'Zoevende Zusters' van start

foto: Seppe Ruberti
Het project is het eerste resultaat van de nieuwe werkwijze van het Florence Nightingale Instituut, het voormalige Nationaal Museum Verpleging en Verzorging, dat in 2007 niet alleen zijn naam wijzigde maar ook kennisinstituut werd.

Met als invalshoek de geschiedenis wordt in het project ook de huidige zorg thuis en de toekomst daarvan betrokken. Want kennis van de geschiedenis is belangrijk voor je plaatsbepaling en identiteit in het heden en dat geldt ook voor de verpleegkundige beroepsgroep, aldus projectleider prof. dr. Dolly Verhoeven in haar toelichting.

De tentoonstelling laat aan de hand van thema’s als mobiliteit (de solex!), tuberculosebestrijding, nieuwe verpleegmethoden, gezinsverzorging, kraamzorg, consultatiebureau, de ontwikkeling van de zorg thuis zien. Rond ieder thema zijn illustratieve voorwerpen, foto’s en filmfragmenten bijeengebracht. Het heden van de thuiszorg komt in beeld aan de hand van foto’s aan de wanden van de tentoonstellingsruimte.
Na een enthousiaste inleiding van directeur Nannie Wiegman over de creativiteit en het innoverend vermogen van de wijkverpleegkundigen, met als illustratie ‘de pop van zuster Stieltjes’ werd het project geopend met een filmpje vol zoevende zusters met diverse vervoersmiddelen.

Maar niet voordat het boek bij de tentoonstelling was aangeboden aan mevrouw Els Veder-Smit, voormalig staatssecretaris van Volksgezondheid. Zij is volgens verpleegkundige en voormalig thuiszorgdirecteur Janny Verseput ‘drager van de waarden die ertoe doen in de zorg thuis’. Verseput riep de aanwezigen op er voor te zorgen dat die zorg aan de meest kwetsbaren weer ‘maatschappelijke zorg’ wordt: ‘Het is te stil, sta op en ga ervoor’.

Het dossier in TvZ nr. 2 is helemaal gewijd aan het Zoevende Zusters project. Daarin wordt ook ‘de pop van zuster Stieltjes’ beschreven.