4 veranderingen in beroepscode

1. Samenwerking tussen alle beroepsverenigingen en vakbonden

Voorheen waren er maar liefst vier beroepscodes voor verpleegkundigen en verzorgenden, van verschillende beroepsverenigingen en vakbonden. Nu is voor het eerst samengewerkt door Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN), NU’91, FNV Zorg & Welzijn, CNV Zorg & Welzijn, Healthcare Christian Fellowship Nederland (HCF), Reformatorisch Maatschappelijke Unie (RMU) sector Gezondheidszorg en Welzijn ‘Het Richtsnoer’ en CGMV vakorganisatie voor christenen. Dit heeft geleid tot één gezamenlijke nieuwe Nederlandse beroepscode van verpleegkundigen en verzorgenden. Dit moet meer duidelijkheid geven in het werk, bij het onderwijs en bij de tuchtcolleges.

2. Eenduidige afspraken over gewetensbezwaren

Het onderwerp gewetensbezwaren was een hot item in de nieuwe beroepscode, vooral omdat de oude beroepscodes op dit punt verschilden. Nu is er één advies geformuleerd: verpleegkundigen en verzorgenden hebben het recht om op grond van gewetensbezwaren te weigeren mee te werken aan bepaalde (be)handelingen. Een zorgverlener die (be)handelingen weigert omdat die ernstig in conflict zijn met levensovertuiging of persoonlijke waarden en normen, heeft wel de plicht om de zorg gemotiveerd terug te geven aan een leidinggevende of over te dragen aan een collega. Dus je hebt het recht om te weigeren, maar wel de plicht om goede zorg te waarborgen.

Bekijk de nieuwe beroepscode

In de nieuwe versie van de Beroepscode hebben voor het eerst alle verschillende beroepsverenigingen en vakbonden samengewerkt. Lees meer >>>

3. Elektronisch dossier, social media en mobiele telefoon

Het elektronisch dossier, de mobiele telefoon en social media werden nog niet genoemd in de oude beroepscodes. De nieuwe beroepscode besteedt hier wel enige aandacht aan. Zo is toegevoegd dat je als verpleegkundige en verzorgende de gegevens van de zorgvrager vastlegt in het papieren verpleegkundig of zorgdossier of in het elektronisch dossier. Bij gebruik van de mobiele telefoon tijdens de zorgverlening moet je je houden aan voorschriften voor het voorkomen van infectiegevaar. Om welke voorschriften het dan precies gaat, is afhankelijk van regels die de zorginstelling daarvoor heeft opgesteld. Belangrijk is dus dat je het instellingsbeleid kent en volgt. Over social media staat vermeld dat verpleegkundigen zich in de (social) media presenteren op een manier die het vertrouwen van zorgvragers in de verpleegkundige zelf en in de beroepsgroep bevordert.

4. Aandacht voor (in)formele samenwerkingspartners

In de vorige beroepscodes werd gesproken over de verpleegkundige* in relatie tot andere zorgverleners. Dat is veranderd in ‘samenwerkingspartners’, omdat de samenwerking met bijvoorbeeld wijkagent, leerkracht, woningcoöperaties en gemeenten door de hervormingen in de langdurige zorg steeds belangrijker wordt. Evenals de samenwerking met mantelzorgers en vrijwilligers, die je moet ondersteunen door hun draagkracht te ondersteunen en te bewaken. Bij het delen van taken met of overdragen van taken aan mantelzorgers of vrijwilligers, bewaak je je eigen verantwoordelijkheid en de continuïteit en veiligheid van zorg voor de patiënt of cliënt.

Met medewerking van Daniëlle van der Eerden, CNV Zorg & Welzijn (namens alle opstellers).