Cliënt: 'Samenwerking huisarts en verpleegkundige moet beter'

Ruim een derde van de thuiswonende ouderen is niet tevreden over de samenwerking tussen verschillende zorgverleners, zoals verpleegkundigen en huisartsen. Ook de medicatiecontrole kan beter. Dat blijkt uit een onderzoek van de Patiëntenfederatie onder 3609 ouderen.  

De belangrijkste reden dat ouderen de samenwerking tussen verschillende zorgverleners onvoldoende vinden, is dat ze tegenstrijdige adviezen krijgen. Van de ongeveer 1260 mensen die de samenwerking niet optimaal vinden, krijgt 46 procent andere adviezen van bijvoorbeeld de verpleegkundige dan van de huisarts. Vooral over de aanpak van klachten en over de behandeling verschillen de adviezen: ruim de helft krijgt daarover tegenstrijdige informatie.

Onvoldoende informatie

Andere veelgenoemde redenen voor de minder goede samenwerking waren dat zorgverleners onvoldoende informatie hadden over de cliënt (35 procent) en dat de ene zorgverlener andere afspraken maakt dan de andere (34 procent). Ook zegt 32 procent dat de overdracht niet altijd goed gaat, vooral omdat informatie onvolledig wordt doorgegeven. Nog een conclusie was dat 42 procent van de respondenten het gevoel heeft dat afspraken over de zorg niet altijd worden nageleefd.

Medicatie

De Patiëntenfederatie vroeg ouderen ook naar hun ervaringen met medicatie. Ongeveer vier op de tien mensen die meer dan vijf medicijnen gebruikt, geeft aan geen medicatiebeoordeling te hebben gehad. Zij hebben dus geen gesprek gehad over of ze die medicatie nodig hebben en of het gebruik nog goed gaat. De Patiëntenfederatie roept op de medicatiebeoordeling bij een gebruik van meer dan vijf medicijnen standaard toe te passen. ‘Want bij een derde van de ouderen leidt zo’n beoordeling tot een verandering in de medicatie, en twee derde zegt zelf zo’n beoordeling nodig te vinden.’