Marie* koos als hbo-v’er bewust voor het werk in een verpleeghuis, maar verliet de ouderenzorg (met pijn in het hart), bij gebrek aan een hbo-functie en draagvlak. Ze blikt terug op deze pijnlijke periode.
Nadat ik de hbo-v in 2010 heb afgerond, ben ik na wat omzwervingen (in het ziekenhuis) in het verpleeghuis komen werken. Ik werkte als ANW (avond nacht weekend-hoofd), waarbij alle diensten door een team van verpleegkundigen gedraaid werden. Al sinds mijn afstuderen had ik in mijn hoofd om met ouderen te werken, en toen deze vacature voorbijkwam, besloot ik de sprong te wagen.
Ik vond het enorm leuk werk, de triage die je doet in het huis, later gingen we ook voor andere locaties triageren. Ik was een schakel tussen arts en afdeling, vooral buiten kantoortijden: het filteren van problemen waar personeelsleden op de vloer tegenaan liepen; via ons werd dan eventueel de arts gebeld. De vrijheid van de functie sprak me erg aan, ook het samenwerken met verschillende niveaus vond ik erg fijn. Ik leerde veel van crisissituaties en het overleg met artsen en leidinggevenden.
Na een paar jaar werd een speciale leerafdeling voor hbo-v’ers opgericht in combinatie met een hogeschool. Hierbij wilden we het samen leren benadrukken, de kwaliteit van zorg omhoog halen met onderzoek door de studenten en tevens het beroep ouderenzorg interessanter maken voor studenten hbo-v. Ik nam deel aan de werkgroep, wat ik heel leerzaam vond.
Omdat ik wat regelmatiger wilde werken besloot ik de overstap te maken naar deze leerafdeling, een woonzorgcentrum voor ouderen met dementie. Toen ik nog werkte als ANW had ik heel goed contact met de leidinggevende hier en ik ging er (naïef?) vanuit dat dit zo bleef als ik de overstap zou maken. Dit bleek helaas niet het geval: er was een bepaalde hiërarchie op de afdeling waar ik me aan diende te houden.
De afdeling zocht een hbo-v’er zowel voor de werkbegeleiding van de studenten als voor een goede mix. Van tevoren was niet gesproken over hoe mijn functie er precies uit zou zien. Mijn leidinggevende vond dat ik hier zelf over na moest denken, maar gaf geen duidelijke kaders aan, ook niet na doorvragen over verwachtingen. Meerdere keren heb ik, en ik niet alleen, aangegeven dat er een functieomschrijving voor de hbo-verpleegkundige moest komen, wilden we hen binnenhouden. Mijns inziens kun je niet een leerafdeling voor hbo’ers opzetten als je ze vervolgens geen baan kunt aanbieden op dat niveau.
De organisatie presenteerde zich als ‘zelfsturend’ of op weg daarnaartoe, maar alles wat er maar bedacht werd door het team moest altijd eerst langs teamleiders (van alle medewerkers) richting de leidinggevende, waarna het als een waterval weer terugkwam. Dat maakte het werken lastig: ik moest me ‘melden’ met bepaalde zaken bij de teamleiders en er kwamen diverse gesprekken over hoe ik dacht de samenwerking vorm te geven. Als ik vroeg naar verwachtingen van hun kant kwam daar weinig uit. Ik moest dat zelf bedenken, zo kwam het over. Tegelijkertijd werd initiatief niet beloond. Ik ontmoette in de praktijk alleen weerstand bij gesprekken over hoe de hbo-functie inhoud zou moeten krijgen.
Ook ben ik begonnen een visie te schrijven op de verpleegkundige professional, met als voorbeeld het stuk van het Jeroen Bosch Ziekenhuis van een paar jaar geleden. Ik zei dat ik daar graag hulp bij zou willen, een visie opstellen doe je niet alleen. Maar de planning die de leidinggevende zou maken, is er nooit gekomen. Ook waren er ad hoc overleggen, waar ik niet bij kon zijn en waarvan geen notulen kwamen. Opnieuw ontbrak het gevoel gesteund te worden of dat er draagvlak voor was. Hier ben ik uiteindelijk mee opgehouden. Ik stelde de vraag hoe we dingen konden oppakken, continuïteit konden waarborgen, als afspraken niet nagekomen werden.
Met de directeur, mijn direct leidinggevende, heb ik een uitgebreid gesprek gehad. We hadden een goede relatie en ze vertelde eerlijk dat ze niet geloofde dat dit nog zou gaan werken. Ik vond dat ook wel, tegelijkertijd wilde ik niet opgeven omdat ik zo’n verbondenheid voelde met deze werkplek. Ik heb haar aangegeven dat ik een baan op hbo-niveau wilde, dat die er niet was en dat ik dat al vaker had aangegeven. Dat ik het jammer vond dat er niet op werd ingespeeld vanuit de organisatie. Zeker met het oog op het nieuwe competentieprofiel van 2020 en alle tekorten die eraan zitten te komen, plus dat de zorg steeds complexer wordt. Maar doordat ik niet duidelijk kreeg wat de verwachtingen waren en eigen initiatief niet beloond werd, werd dat steeds lastiger.
Ik wist dat mijn werkzaamheden eindig zouden zijn bij deze organisatie. Ik had een aantal jaar terug al gekeken naar het werk van een praktijkondersteuner bij de huisarts, maar destijds was dat voor mij financieel niet haalbaar. Nu ze meer hbo’ers zoeken, word je op hbo-niveau ingeschaald. Het enige dat nog ontbrak, was een opleiding. Ik heb de stoute schoenen aangetrokken en werd aangenomen, alleen moest ik de opleiding zelf betalen. Dit maakte mij niet zoveel uit, dat ik ergens ‘binnen’ was, vond ik al ontzettend gaaf. Inmiddels werk ik alweer drie maanden bij deze huisartsenpraktijk en ben ik begonnen aan de opleiding. Ik geniet enorm van mijn werk en de werkomgeving is ook erg prettig.
Ik heb het weer naar mijn zin op mijn werk en dat heb ik enorm gemist. Hier word ik gewaardeerd, krijg ik ruimte en vrijheid om dingen zelfstandig op te pakken (wat ik ook heb gemist) en kan ik mijn vak weer uitoefenen. Ik word enthousiast van het me verdiepen in een andere werkplek en een andere categorie patiënten. Het regelmatige werken is een fijne bijkomstigheid. Maar blijf het jammer vinden dat het zo gelopen is, de oudere mens heeft en houdt mijn hart, dat is ook waar ik in mijn huidige werk nog steeds van kan genieten: de oudere mens begeleiden.
*De naam Marie is om redenen van privacy gefingeerd, de persoonsgegevens zijn bekend bij de redactie.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account