Vorige week presenteerde beroepsvereniging V&VN een handreiking over vrijheidsbeperking in het ziekenhuis. Belangrijkste advies: voorkom vrijheidsbeperking zoveel mogelijk en pas het alleen toe als het echt niet anders kan. Nursing sprak met Tim van Nesselrooij, verpleegkundig specialist consultatieve psychiatrie in het UMC Utrecht en voorzitter van de V&VN-werkgroep VBI in ziekenhuizen.
1. Was deze handreiking zo hard nodig?
‘Dat kun je best zeggen ja. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, worden patiënten in ziekenhuizen best vaak in hun vrijheid beperkt. Daarbij vallen helaas nog regelmatig gewonden en zelfs doden, vaak door onzorgvuldig gekozen of verkeerd toegepaste vrijheidsbeperkende interventies (VBI’s). Vanuit verpleegkundigen was er veel vraag naar. Vooral de vraag ‘Wanneer ga ik over tot VBI’s en wanneer niet’, is een probleem. Door die twijfel en onmacht, wordt soms te gemakkelijk gegrepen naar zware maatregelen, of de verkeerde materialen.’

7 veelgemaakte fouten bij fixeren in verpleeg- en verzorgingshuis
In de verpleeg- en verzorgingshuizen wordt fixeren steeds meer teruggedrongen. Toch laten verzorgenden hierbij wel eens steken vallen. 7 veelgemaakte fouten op een rij.
2. Waarom was er een handreiking nodig die zo specifiek gericht is op het ziekenhuis?
‘In psychiatrische ziekenhuizen, bepaalde afdelingen van verpleeg- of verzorgingshuizen, instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking, maar ook psychiatrische afdelingen van ziekenhuizen, wordt vanwege de BOPZ-wetgeving sowieso al veel genuanceerder omgegaan met VBI’s. Op algemene afdelingen in ziekenhuizen geldt die wet niet, waardoor veel sneller naar VBI’s wordt gegrepen. Dat komt deels ook door de cultuur in ziekenhuizen, er wordt als het ware heel ‘ambachtelijk’ gewerkt. Dat wil zeggen: je leert alles op de werkvloer, van die ene collega, die zegt hoe het werkt en wanneer je weer stopt. De nuances, de verfijning krijg je op deze manier niet mee. Daardoor ben je afhankelijk van de kennis en kunde van die ene persoon, of de opvatting van die afdeling. Deze handreiking biedt verpleegkundigen hopelijk kaders om bewuster te handelen en een professionelere attitude aan te nemen ten opzichte van VBI’s.’
3. Volgens de handreiking kun je al bij de opname zien welke patiënten mogelijk in hun vrijheid beperkt moeten worden tijdens de opname..
‘Dat klopt, wanneer een patiënt tot een risicogroep behoort en/of eerste symptomen van risicogedrag vertoont, kun je al direct een aantal preventieve en alternatieve interventies inzetten. Risicogroepen zijn niet strikt te bepalen, maar er zijn wel wat beïnvloedende factoren te noemen: ouderen, neurologisch beschadigde mensen – zoals patiënten met Korsakov – , mensen met een psychiatrische voorgeschiedenis, verslavingsproblematiek et cetera. Door het onderwerp vrijheidsbeperking al vroeg aan te snijden met patiënt en naasten, kun je een heleboel leed voorkomen. Hoe je zo’n gesprek kunt beginnen? Zeg bijvoorbeeld: ‘Het zou kunnen dat u morgen na operatie in de war bent, dat u de lijnen eruit wilt trekken. Dan kan het zijn dat we u moeten vastbinden, omdat u een gevaar vormt voor uzelf. Dat is niet leuk voor u, en niet leuk voor ons. Dus wat kunnen we doen om deze kans zoveel mogelijk te verkleinen? En vaak kan de oplossing heel simpel zijn, door bijvoorbeeld te vragen of de familie bij het ontwaken van de patiënt aanwezig kan zijn.’
Handreiking vrijheidsbeperking in het ziekenhuis
De handreiking is geschreven voor de verpleegkundige en verzorgende beroepsgroep op alle afdelingen in de algemene of academische ziekenhuizen (met uitzondering van de neonatologie, kinderafdeling en de spoedeisende hulp). Bekijk de handreiking.
4. Wat is een voorbeeld van iets dat nog regelmatig fout gaat, op het gebied van vrijheidsbeperking in het ziekenhuis?
Bij de indicatiestelling gaat het al vaak mis: regelmatig wordt het verkeerde fixatiemiddel bij de patiënt gekozen. Zo bestaan er bijvoorbeeld handschoenen zonder grijpfunctie, die je kunt gebruiken bij patiënten die de lijnen eruit willen trekken. Deze veiligheidshandschoen voldoet het beste bij patiënten die een beetje suf zijn, en niet bij heel onrustige en/of sterke mensen. Ook bij de toepassing van de fixatie gaat er nog wel eens iets mis. Zo wordt er regelmatig te losjes gefixeerd bij onrustbanden. Verpleegkundigen vinden het niet leuk om te doen en denken de patiënt een dienst te bewijzen door ‘m wat minder strak te doen. Met als gevolg dat de patiënt zichzelf los gaat proberen te worstelen, en er zelfs in verstrikt kan raken. Het zal niet de eerste keer zijn dat een patiënt zichzelf op die manier ophangt. Kortom: het is gevaarlijk. Als je dan al grijpt naar fixatiemiddelen, doe het dan tenminste goed.’
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account