Beroepsvereniging V&VN heeft tijdens het Lustrumcongres de meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld gepresenteerd. Deze meldcode ondersteunt verpleegkundigen en verzorgenden in hun aanpak van kindermishandeling of huiselijk geweld.
Het ministerie van VWS ontwikkelde eerder al een basis meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld. De beroepsvereniging heeft hiervan nu een uitwerking voor verpleegkundigen en verzorgenden gemaakt. In de meldcode wordt onder andere uitgelegd wat de termen kindermishandeling en huiselijk geweld betekenen en op welke signalen en risicofactoren verpleegkundigen moeten letten. Ook bevat de meldcode een stappenplan, waarin staat welke stappen verpleegkundigen moet doorlopen voordat zij tot het besluit komen om een melding te doen.
Meldplicht
Begin deze maand gaf staatssecretaris Marlies Veldhuijzen van Zanten aan dat zij een meldcode de aangewezen manier om kindermishandeling en huiselijk geweld aan te pakken. Zij reageerde op een kamermeerderheid van PVV, VVD en PvdA die de voorkeur aan een meldplicht voor professionals in onder andere de gezondheidszorg. De beroepsorganisatie is blij dat de staatssecretaris de voorkeur geeft aan een meldcode.
De complete meldcode vind je op de site van V&VN.
Hier alvast een voorproefje van het stappenplan:
Stap 1: in kaart brengen van signalen.
-Breng de signalen die een vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld
bevestigen of ontkrachten in kaart en leg deze vast in het verpleegkundig of zorgdossier.
-Beschrijf de stappen die je hebt gezet en de besluiten die worden genomen.
-Leg ook vast wie je hebt geraadpleegd en wat je in dit overleg hebt afgesproken.
Stap 2: collegiaal advies en advies van het Advies – en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) of het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG).
-Bespreek de signalen met een deskundige collega, of een leidinggevende.
-Vraag daarnaast zo nodig advies aan het AMK of aan het SHG.
Stap 3: gesprek met de zorgvrager.
-Bespreek de signalen met de zorgvrager.
-Heb je ondersteuning nodig bij het voorbereiden of het voeren van het gesprek met de zorgvrager, raadpleeg dan een deskundige collega, een leidinggevende of het AMK
of het SHG.
Stap 4: weging van de informatie die is verzameld.
-Weeg op basis van de signalen, van het ingewonnen advies en van het gesprek met
de zorgvrager het risico op kindermishandeling of huiselijk geweld.
-Weeg eveneens de aard en de ernst van het de kindermishandeling of het huiselijk
geweld.
Stap 5: beslissen: zelf hulp organiseren of melden.
5A: hulp organiseren en effecten volgen
Kom je, op basis van je afweging in stap 4, tot de conclusie dat je de zorgvrager en/of zijn gezinsleden redelijkerwijs voldoende tegen het risico op kindermishandeling of huiselijk geweld kunt beschermen:
– organiseer dan de noodzakelijke hulp;
– volg de effecten van deze hulp; en
– doe alsnog een melding als er signalen zijn dat de kindermishandeling of het huiselijk geweld niet stopt, of opnieuw begint.
5B: melden en bespreken van de melding met de zorgvrager
Kom je, op basis van je afweging in stap 4, tot de conclusie dat je de zorgvrager en/of zijn gezinsleden niet voldoende tegen het risico op kindermishandeling of huiselijk geweld kunt beschermen, of twijfel je er aan of je voldoende bescherming hiertegen kunt bieden:
– meld je vermoeden bij het AMK of het SHG;
– beschrijf zoveel mogelijk feiten en gebeurtenissen die je hebt vastgesteld;
– geef duidelijk aan als de informatie bij je melding (ook) van anderen afkomstig is;
én
– overleg met het AMK of SHG wat je na de melding, binnen de grenzen van je gebruikelijke werkzaamheden, zelf kan doen om de zorgvrager en/of zijn gezinsleden tegen het risico op kindermishandeling of huiselijk geweld te beschermen.
V&VN
Door: redactie Nursing
Op de hoogte blijven? Volg nursing.nl op Twitter!
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account