Wat zijn de meest interessante wijzigingen voor verpleegkundigen in de herziene richtlijn ‘Diagnostiek en Behandeling van Pijn bij Patiënten met Kanker’ 2016? Nursing vroeg het verpleegkundige en verplegingswetenschapper Wendy Oldenmenger, lid van de kerngroep.
Meer informatie over de herziene richtlijn
1. Pijnmeting: afkappunt NRS-schaal
In 2009 is in het kader van het VMS Veiligheidsprogramma het thema pijn beschreven voor in het ziekenhuis opgenomen patiënten. In het programma wordt de 11-punts pijnschaal (NRS) gebruikt en een afkapwaarde van ≥4 voorgesteld. In de vorige richtlijn Pijn bij Kanker staat nog ≥5 vermeld. Bij deze waarde of meer is het dus de bedoeling dat je tot actie overgaat. ‘Om eenduidig te zijn stelt de werkgroep in de herziene richtlijn voor om ook bij de patiënten met kanker en pijn een afkapwaarde van ≥4 te hanteren,’ vertelt Oldenmenger.
2. Omrekentabel opioïdrotatie iets gewijzigd
Wanneer een opioïd niet voldoende effect heeft of ongewenste bijwerkingen kan opioïdrotatie toegepast worden. In de herziene richtlijn is de conversiefactor oraal morfine : oraal oxycodon gewijzigd van 2 : 1 naar 1,5 : 1.
Maak bij opioïdrotatie gebruik van de volgende conversiefactoren om de equianalgetische (equipotente of equivalente) dosering van het andere opioïd te berekenen:
oraal morfine : oraal oxycodon 1,5 : 1
oraal morfine : oraal hydromorfon 5 : 1
oraal morfine : transdermaal fentanyl 100 : 1
oraal morfine : transdermaal buprenorfine 75 : 1
oraal morfine : oraal methadon variabel tussen 5 : 1 en 10 : 1
oraal oxycodon : oraal hydromorfon 4 : 1
oraal morfine : oraal tapentadol 1 : 2,5
60 mg oraal morfine/dag komt dan overeen met:
25 ug/uur transdermaal fentanyl;
33 ug/uur transdermaal buprenorfine;
40 mg oxycodon/24 uur p.o.;
12 mg hydromorfon/24 uur p.o.;
6-12 mg methadon/24 uur p.o.;
150 mg tapentadol /24 uur p.o.1
Dossier pijn
Wat is pijn en hoe ontstaat het? Hoe breng je de pijn in kaart en meet je de pijn? Je leest het in het dossier pijn.
3. Doorbraakpijn
In de nieuwe richtlijn is een uitgebreide submodule toegevoegd over het fenomeen doorbraakpijn, waarover de laatste jaren veel nieuw (internationaal) onderzoek is verschenen. In de richtlijn wordt duidelijk gedefinieerd wat doorbraakpijn precies is, wordt veel aandacht besteed aan de behandeling en wordt specifiek ingegaan op de medicamenteuze behandeling van doorbraakpijn met behulp van veel nieuwe, snelwerkende opioïden die de laatste jaren op de markt zijn gekomen. ‘De belangrijkste aanbeveling bij doorbraakpijn is dat je eerst moet zorgen voor een goede controle van de achtergrondpijn, voor je grijpt naar doorbraakmedicatie,’ aldus Oldenmenger. Daarbij moet ook nog onderscheid gemaakt worden tussen onvoorspelbare doorbraakpijn (dan kun je de patiënt aanbevelen een snelwerkend fentanylpreparaat te nemen) of voorspelbare doorbraakpijn. Daarbij wordt bij voorkeur gekozen voor een IR opioïd of een snelwerkend fentanylpreparaat; en dient bij het tijdstip van toediening rekening gehouden met de tijd die nodig is voor het optreden van het pijnstillende effect.
4. Zelfmanagement
Patiënten met kanker worden tegenwoordig vooral poliklinisch behandeld en zijn zodoende veel meer thuis dan ‘vroeger’. De patiënt is daarin dus meer dan ooit zelf aan zet, ook als het om zijn pijnbehandeling gaat. In de nieuwe richtlijn wordt die rol van de patiënt als medebehandelaar benadrukt in een apart hoofdstuk. ‘De pijnmeting en de behandeling van pijn is echt een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de patiënt, zijn naaste(n), en alle betrokken hulpverleners,’ aldus Oldenmenger. ‘Dit is inclusief de afspraken over de continuïteit van de zorg omtrent pijn.’
Pijn op de Nursing Experience
Wat moet je weten over de meest voorkomende pijnmedicatie, zoals paracetamol, NSAID’s en opioïden? Eric de Roode, verpleegkundig specialist pijnbestrijding vertelt je alle ins en outs. Meer info over de Nursing Experience>>>
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account