‘Verpleegkundigen in de luwte van het tuchtrecht’

 

Afgelopen vrijdag hield Johan Legemaate een toespraak over het tekortschietende klachtrecht van de
patiënt. Een patiënt die nu een klacht indient bij het tuchtcollege maakt
maar 18 procent kans dat de klacht gegrond wordt verklaard en tot maatregelen
leidt. Niet goed, aldus Legemaate. Het medisch tuchtrecht schiet echter vooral
tekort als het gaat om artsen, omdat het tuchtrecht nog niet goed ingesteld op
samenwerkingsverbanden, zoals maatschappen. Deze komen bij artsen vaker voor dan bij
verpleegkundigen.

 

‘Verpleegkundigen in de luwte’
‘Verpleegkundigen
verkeren bovendien vaker in de luwte van het tuchtrecht. Er worden veel minder
klachten tegen verpleegkundigen ingediend, terwijl de beroepsgroep van
verpleegkundigen veel groter is,’ aldus Legemaate in een interview met Nursing.
‘Een groot deel van het handelen van de verpleegkundige speelt zich toch af
onder de verantwoordelijkheid van de arts. Je hebt dan als patiënt toch de
neiging om te denken van “nou, het is weliswaar een fout van die
verpleegkundige, het is wel een artsenbeslissing geweest.”’

 

Begrip
Buiten de juridische context is er volgens de
hoogleraar ook meer begrip voor de verpleegkundige dan voor de letterlijk meer
afstandelijke arts. ‘Verpleegkundigen zie je de hele tijd hollen en draven, die
werken zich in het zweet voor jou. Als er een keer een fout gemaakt wordt, dan
denkt men, nou ja, oké.’

 

Samenwerkingsverbanden
Legemaate zou ‘een
tuchtrechtelijke aansprakelijkheid van samenwerkingsverbanden, zoals
maatschappen,’ willen introduceren. Dit geldt vooral voor artsen, maar ‘dit zou
ook voor verpleegkundigen kunnen gelden als ze bijvoorbeeld een verpleegkundige
groepspraktijk vormen, die diensten levert aan naburige instellingen. Het is
niet helemaal uitgesloten dat dergelijke samenwerkingsverbanden in de moderne
gezondheidszorg gaan ontstaan.’