• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de voettekst
Menu
Zoeken
Inloggen

Nursing.nl | Nieuws, blogs en meer | Nursing voor verpleegkundigenNursing.nl | Nieuws, blogs en meer | Nursing voor verpleegkundigen

Waarmee maken wij jou steeds beter?

  • Praktijk
  • Werk
  • Challenge
  • Congressen
  • Abonneren
  • Nursing
    • Home
    • Praktijk
    • Werk
    • Challenge
    • Congressen
  • Service
    • Veelgestelde vragen
    • Contact
    • Abonneren
    • Adverteren
    • Inloggen
    • Wat is de Nursing Challenge?
    • Mijn profiel
  • Meer Nursing
    • Nieuwsbrieven
    • Shop
    • Nursing.be
  • Vacaturebank
    • Vacatures
    • Vacature plaatsen

Praktijk Medicatie

Medicijnquiz februari 2010: insuline iv

Gepubliceerd op: 23 maart 2010
Dit bericht is ouder dan 5 jaar

Wil jij weten hoe het met je medicatiekennis staat? Dit keer in de Medicijnquiz: Insuline via het infuus.

Casus
Vanwege haar diabetes wordt mevrouw Jager de dag voor haar colonscopie opgenomen in het ziekenhuis. ’s Middags start zij met laxantia (Colofort®) en mag zij vanaf 15.00 uur niets meer eten of drinken. Beide dagen worden dagcurves geprikt. De arts schrijft een infuus met glucose 5% en een infuus met een kortwerkende insuline (Actrapid®) voor. Op geleide van gemeten bloedsuikers wordt de inloopsnelheid bijgesteld. Mevrouw Jager mag haar eigen insulines niet doorgebruiken.
Mevrouw krijgt de ochtend van de scopie een infuus met glucose 5%. De arts adviseert daarnaast de middellangwerkende insuline Insulatard® te spuiten, in plaats van de eigen medicatie (NovoMix®, een combinatie van kort- en middellangwerkende insuline).

Vragen:
1. Waarom krijgt mevrouw Jager een glucose-infuus?
a) Om het niet-eten te compenseren.
b) Glucose ontspant de darmen en vergemakkelijkt de colonscopie.
c) Glucose heeft geen therapeutische waarde.
d) Glucose geeft energie en maakt dat nuchtere patiënten zich minder ‘flauw’ voelen.

2. Wanneer stopt een glucose-infuus?
a) Zodra de scopie voorbij is.
b) Zodra de glucosewaarden zijn genormaliseerd.
c) Zodra de patiënt weer normaal heeft gegeten.
d) Zodra de patiënt weer gaat eten.

3. Wat zijn de voordelen van een (tijdelijk) Actrapid®-infuus boven subcutane injecties?
a) Je hoeft de patiënt maar één keer te prikken.
b) Bij intraveneuze toediening is minder actrapid nodig voor hetzelfde effect, dus minder bezwaarlijk voor het lichaam.
c) Glucosewaarden zijn intraveneus gemakkelijker bij te stellen dan met subcutane injecties.
d) Alle antwoorden zijn juist.

4. Mevrouw Jager heeft een Actrapid®-infuus. Om 10.00 uur is haar bloedsuiker 20.4, de toedieningssnelheid is dan 2 EH/uur. Om 12.00 uur is de bloedsuiker 9.1 mmol/l. In het dossier heeft de arts geschreven: ‘bloedsuikers tussen 5 en 10 mmol/l niet doorbellen’. Wat doe je nu?
a) Ik bel alle bloedsuikers door als actrapid intraveneus wordt toegediend.
b) Ik bel dit bloedsuiker niet door, want hij ligt tussen de 5 en 10 mmol/l.
c) Ik prik over een uur nog een bloedsuiker.
d) In dit geval bel ik de bloedsuiker door, anders komt het niet goed.

5. Mevrouw Jager heeft ook ’s nachts nog een Actrapid®-infuus. Zijn observaties en acties ’s nachts anders?
a) Ja, want ’s nachts is een lichaam extra gevoelig voor insuline.
b) Ja, want ’s nachts herken je een hypoglykemie minder snel. Een bloedsuiker kan dan beter te hoog zijn, dus de Actrapid®-pompstand moet worden verlaagd.
c) Ja, tijdens het slapen, in volledig ontspannen toestand, zakken suikers sneller.
d) Nee, Actrapid® werkt overdag hetzelfde als ’s nachts.

Met dank aan Mariëlle Wijmenga, diabetesverpleegkundige Medisch Centrum Leeuwarden.

Antwoorden:
1 c. Een NaCl-infuus kan ook, maar bij een hypoglykemie werkt glucose uiteraard beter. Een infuus is van belang om een goed doorgankelijke intraveneuze weg te hebben, zodat je in geval van een ernstige hypo- of hyperglykemie onmiddellijk hogere concentraties glucose of juist insulines kunt toedienen.
2 c.
3 c. Subcutaan toegediende insulines werken langzamer dan intraveneus toegediende. Intraveneus werken alle insulinesoorten even snel en is de kans op schommelingen kleiner. Zodra je intraveneus een toedieningssnelheid wijzigt, reageert het bloedsuikergehalte meteen. Controleer geregeld of het infuus niet subcutaan loopt, omdat het effect van de insuline dan fors vermindert en onvoorspelbaarder wordt.
4 d. De glucosewaarde van mevrouw Jager is in korte tijd sterk gedaald. Behoudt het Actrapid®-infuus dezelfde inloopsnelheid, dan zal deze met dezelfde snelheid verder dalen.
5 a. In de nacht is de insulineresistentie het minst (dus de insulinegevoeligheid het grootst), met name rond 3.00 uur.

Door: Sandra Hansma, verpleegkundige

Gepubliceerd op: 23 maart 2010
Door: Redactie Nursing

Thema:

Medicatie

Tags:

Mantelzorg Medicatie

Lees Interacties

Geef je reactie Reactie annuleren

Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account


Praktijk Medicatie

icon-Medicatie

Medicatie

Lareb: ‘Inhaleren van stukjes capsule uit inhalator kan geen kwaad’

icon-Coronavirus

Coronavirus

4 vragen over coronamedicijn Paxlovid

icon-Medicatie

Medicatie

5 tips voor het veilig gereed maken van medicatie

icon-Medicatie

Medicatie

‘Wees alert op gebitsschade na inhalatiemedicatie’

icon-Longziekten

Longziekten

Hittegolf: aandachtspunten medicatie bij hitte

Bekijk meer

Newsletter

Altijd op de hoogte van het laatste nieuws en vakinhoudelijke artikelen?

Schrijf je dan in voor een van onze nieuwsbrieven.

Aanmelden

Footer

Meer nursing

Abonneren

Gratis proefabonnement

Shop

Contact

Volg ons op

Adverteren

Personeeladvertentie

Adverteren & partnerships

Nursing Vlaanderen

Ga naar Nursing.be

© Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Nature

  • Privacy Statement
  • Disclaimer
  • Voorwaarden
  • Cookie voorkeuren