Palliatieve sedatie vaker toegepast

In 2006 zijn er bijna 20 duizend gevallen van palliatieve sedatie geregistreerd. Dat is een stijging van 36 procent ten opzichte van 2005. Het gaat om 6 procent van de sterfgevallen. Meestal wordt daarbij het geneesmiddel midazolam gebruikt.

Richtlijn
Midazolam vormt het belangrijkste middel bij palliatieve sedatie voor patiënten in de laatste levensfase die kampen met onbehandelbare pijn, kortademigheid en verwardheid. De levensverwachting van de patiënten mag bij toediening niet langer zijn dan maximaal twee weken. Dit staat allemaal in een richtlijn van artsenorganisatie KNMG, die eind vorig jaar is uitgegeven.

3000 voorschriften
Dat de richtlijn vooral het bestaande beleid zichtbaar maakt, blijkt uit de gepresenteerde cijfers. Zo werden in 1998 per kwartaal iets meer dan 500 recepten van het slaapmiddel uitgeschreven. Vorig jaar was dat gestegen tot 3000 voorschriften per kwartaal.
De cijfers van de SFK maken duidelijk dat de recepten inderdaad zijn verstrekt in het kader van palliatieve zorg. Zo vormde 60 procent van de voorschriften tegelijk het eerste en het laatste recept voor midazolam voor de betreffende patiënt. Bij 83 procent van de patiënten volgden na twee weken helemaal geen recepten meer.

Morfine

Een derde van de patiënten kreeg in 2005 naast midazolam ook een ander middel, in de meeste gevallen morfine. Volgens de KNMG-richtlijn mag morfine niet in hoge dosering worden gegeven met de bedoeling dat de patiënt het bewustzijn verliest en versneld overlijdt. De artsenorganisatie beschouwt die handelwijze als een medische kunstfout.
Palliatieve sedatie heeft volgens de KNMG geen levensverkortend effect. Voor patiënten die graag vocht willen blijven innemen -wat niet kan als ze voortdurend slapen- is oppervlakkige kortdurende sedatie of een slaaptoestand met onderbrekingen een mogelijkheid.