Uit onderzoek van wetenschappelijk onderzoeker Jolanda de Bie is gebleken dat 17 tot 53 procent van de verpleegkundigen in ziekenhuizen, een voorbehouden handeling uitvoeren zonder directe opdracht van de arts. Op eigen initiatief dus (en 3 tot 13 procent van de verpleegkundigen in de thuiszorg). Volgens de Wet BIG mag dat niet.
Proefschrift Je kunt de pdf downloaden of de papieren versie van het proefschrift rechtstreeks bij haar bestellen via jolandadebie@chello.nl, de kosten bedragen 12,50 Euro.
(Reserved procedures in Dutch Health Care. J. de Bie. EMGO-Instituut, 2006. ISBN nr (978) 90-5669-106-6.)
Wet BIG
Met de introductie van de Wet BIG in 1997 ontstond de regeling voorbehouden handelingen. Een voorbehouden handeling is een handeling die alleen door een arts of in opdracht van een arts mag worden uitgevoerd. Degene die de opdracht krijgt mag deze alleen accepteren als hij/zij voldoende bekwaam is om deze naar behoren uit te kunnen voeren. Doel is bescherming van de patiënt, die weet zich zo verzekerd van goede zorg en behandeling.
Voorbehouden handelingen
De belangrijkste doelstellingen van de Wet BIG zijn de bevordering en bewaking van de kwaliteit van de beroepsuitoefening en de bescherming van de patiënt tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen van beroepsbeoefenaren.
In de wet worden een aantal handelingen genoemd die alleen zelfstandig verricht mogen worden door daartoe bevoegde beroepsbeoefenaren, de zogeheten voorbehouden handelingen. Het gaat om handelingen die onverantwoorde risico’s voor het leven en de gezondheid van de patiënt zouden opleveren wanneer zij door anderen dan hiertoe goed opgeleide personen zouden worden verricht. Als een beroepsbeoefenaar zich onbevoegd toch waagt aan de handeling, is hij strafbaar. De voorbehouden handelingen op een rijtje:
Heelkundige handelingen:
– Tampons verwijderen uit een van nature niet bestaande holte;
– Venasectie;
– Verwijderen van drains;
– Wondtoilet;
– Verwijderen of verwisselen van een tracheacanule.
Het verrichten van catherisaties:
– Verwijderen subclaviacatheter;
– Verwijderen epiduraalcatheter;
– Verwijderen venasectiecatheter;
– Katheteriseren van de blaas;
– Verwisselen supra-pubiscatheter;
– Inbrengen van een maagcatheter via mond-keelholte of via een maagfistel;
– Het inbrengen van een infuus;
– Het toedienen van geneesmiddelen in opgeloste vorm via infuus/toedieningssysteem.
Het geven van injecties:
– Subcutane injecties;
– Intramusculaire injecties;
– Intraveneuze injecties;
– Intracardiale injecties;
– Lokaal anesthesie per injectie.
Het verrichten van venapuncties:
– Venapunctie;
– Arteriepunctie;
– Sternumpunctie; – Hielprik bij neonaten.
Ga voor meer informatie over de Wet BIG naar het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account