Het Jeroen Bosch Ziekenhuis in ‘s-Hertogenbosch heeft als eerste ziekenhuis in Nederland naast de NANDA ook de NOC en de NIC geïmplementeerd in het digitale patiëntendossier. Inmiddels werken alle verpleegkundigen ermee. Hoe bevalt dat?
Ruim twee jaar geleden integreerde het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) in ’s-Hertogenbosch NANDA, NOC en NIC – de methodiek voor het stellen van verpleegkundige diagnoses, zorgresultaten en interventies – in het digitaal verpleegkundig dossier. Inmiddels werken alle verpleegafdelingen op deze manier. Dat brengt veel voordelen met zich mee.
In de eerste plaats voor de patiënt, die meer inzicht krijgt in zijn verpleegkundige behandeling, opname en ontslag. Maar ook voor de verpleegkundigen, die nu allemaal dezelfde taal spreken, wat ten goede komt aan de continuïteit van zorg. Bovendien zijn de verpleegkundige interventies nu veel zichtbaarder en is de gegevensverzameling voor het evalueren van verpleegkundige zorgresultaten verbeterd.
Uiteraard zijn er ook nog uitdagingen. Zo is het aanbod van alle diagnoses, resultaten en interventies erg groot, wat maakt dat kiezen soms lastig is. Maar oefening baart kunst, bewijzen de verpleegkundigen van het JBZ.
Classificatiesystemen
Verpleegkundige classificatiesystemen zijn modellen of methodieken die verpleegkundigen kunnen gebruiken om diagnosen, resultaten en interventies te beschrijven, met eenduidige begrippen en taal. Door een classificatiesysteem te gebruiken, maak je de zorg meetbaar én zorg je voor eenduidige registratie; als iedereen op dezelfde manier rapporteert, leg je verbanden tussen symptomen en oorzakelijke factoren. Het JBZ heeft gekozen om te werken met NANDA, NOC en NIC. Waar staan deze afkortingen ook alweer voor?
De North American Nursing Diagnoses Association (NANDA) wordt sinds 1982 beheerd door NANDA International in de Verenigde Staten en Canada. Het is een classificatie die verpleegkundigen helpt een diagnose te stellen volgens de PES-structuur: een probleem (P), samenhangende factoren of oorzaken (E) en de belangrijkste bepalende kenmerken (S).
NOC (Nursing Outcome Classification) classificeert de zorgresultaten. Verpleegkundige zorgresultaten beschrijven de toestand, gedragingen, opvattingen of belevingen van een patiënt die het gevolg zijn van verpleegkundige interventies. Een zorgresultaat bestaat uit een label, een definitie, een lijst van indicatoren waaraan de toestand van de patiënt kan worden getoetst en een beoordelingsschaal waarop deze toetsing gescoord kan worden.
‘Nu kijken we meer naar het individu, en nemen we het ziektebeeld en de overige symptomen mee in het totaalbeeld’
Nursing Intervention Classification (NIC) classificeert elke interventie die een verpleegkundige uitvoert ten behoeve van een patiënt. Een verpleegkundige interventie kan de directe of indirecte zorg betreffen, een autonoom verpleegkundige handeling, een gedelegeerde medische (be)handeling of een door andere zorgverleners voorgeschreven handeling. Een interventie bestaat uit een label, een definitie en een overzicht van activiteiten die een verpleegkundige uitvoert.1
Voordelen voor patiënt én verpleegkundige

Hoewel het werken met NNN op alle verpleegafdelingen in het JBZ geland en geaccepteerd is, is een blijvende focus essentieel voor het succes. En daar zijn twee verpleegkundigen druk mee bezig. De drijvende krachten achter het werken met NNN in het JBZ, zijn Jacqueline Bisschop (afdeling MDL) en Marissa Gielen (afdeling Cardiologie).
‘Door samen met de patiënt te rapporteren, kun je de regie van de patiënt bevorderen’
Ze zijn allebei zeer enthousiast over de nieuwe werkwijze. Gielen: ‘Dankzij het stellen van de verpleegkundige diagnoses, resultaten en interventies kunnen verpleegkundigen zorg op maat geven in een cyclisch proces, het verpleegkundig proces. En dat doe je allemaal samen met de patiënt. We rapporteren daadwerkelijk naast de patiënt. Dat is fijn, omdat je de regie van de patiënt kan bevorderen. Je kijkt minder naar wat de patiënt moet en meer naar wat de patiënt wil. De patiënt wordt op deze manier echt betrokken bij het zorgproces.’
Volgens Bisschop werd voorheen meer gebruikgemaakt van standaardplannen per ziektebeeld. ‘Nu kijken we naar het individu, en nemen we het ziektebeeld en de overige symptomen mee in het totaalbeeld.’ De patiënt heeft er dus veel baat bij.
‘Deze werkwijze helpt om de zorg te ‘ont-regelen’, omdat je minder afvinklijstjes hebt’
Maar ook voor de verpleegkundige zelf is het fijn werken met de NNN. Bisschop: ‘Je tilt het verpleegkundig denken, het klinisch redeneren naar een hoger level. Voorheen deden verpleegkundigen dat misschien meer in hun hoofd, nu is het zichtbaar en gestructureerd. Het is fijn om dezelfde taal te spreken en met methoden te werken die evidence based zijn. Bovendien helpt het goed bij de trend ‘ont-regel de zorg’ omdat je minder afvinklijstjes hebt. Je kijkt naar wat de patiënt echt nodig heeft.’
Literatuur:
1 Verpleegkundige classificaties, Marloes Oelen, Nursing 4, 2015
Integratie NANDA, NOC, NIC in elektronisch dossier
Het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) in ‘s-Hertogenbosch organiseerde in 2015 het drie jaar durende lesprogramma Verpleegkundig Leiderschap. Dat betekende dat hbo- verpleegkundigen van verschillende afdelingen scholing, coaching en begeleiding kregen om hun hbo-rol op de afdeling te professionaliseren. Iedere deelnemer werd geschoold in klinisch redeneren, evidence based practice en het verpleegkundig proces. En er werd geoefend met het stellen van verpleegkundige diagnoses, zorgresultaten en interventies (NANDA, NIC, NOC).
Deze NNN-methodiek werd tegelijk geïntroduceerd met de overgang naar het nieuwe elektronisch patiëntendossier HiX. Samen met leverancier Chipsoft heeft het JBZ de NNN-methodiek ondergebracht in het elektronisch dossier. Vanaf dat moment (juni 2016) is NNN toegepast in het digitaal verpleegkundig dossier en zijn verpleegkundigen overgegaan op de nieuwe werkwijze. Voorheen werd in het papieren dossier gewerkt volgens de methodiek van Gordon.
NANDA, NOC, NIC in de praktijk
Aan de hand van het verpleegkundig proces laten we de stappen van het werken met NNN zien.
Casus
Dhr. Akken (70) presenteert zich op de spoedeisende hulp met dyspnoe en hoesten, en heeft moeite met doorademen. Hij is bekend met COPD. Mogelijk heeft meneer een pneumonie. Er zijn geen aanwijzingen voor exacerbatie van de COPD. Door de COPD heeft meneer een beperkte inspanningstolerantie en is hij bang om benauwd te worden. Meneer hoest sinds enkele dagen een enkele keer geel sputum op. Hij is erg vermoeid, vooral na enige inspanning. Soms verliest hij zijn evenwicht en is hij duizelig. De afgelopen twee maanden is meneer twee keer gevallen. Het geheugen gaat achteruit. Meneer is getrouwd, heeft twee betrokken kinderen, is ADL zelfstandig. Hij rookt een pakje shag per dag. De longarts laat meneer opnemen op de longafdeling.
Stap 1 Anamnese
Binnen 24 uur na opname neemt de verpleegkundige de anamnese (met de 13 domeinen van NANDA) af. Hierbij kunnen bijzonderheden opduiken, zoals valrisico en de psychische problematiek van meneer.
Tijdens het opnamegesprek komt onder andere naar voren dat de heer Akken:
- angstig is, gerelateerd aan de benauwdheid
- vermoeid is bij enige inspanning
- productief hoest
- dyspneu heeft
- zijn evenwicht verliest
- duizelig is
- toenemende geheugenproblemen heeft
- twee keer gevallen is
Meer weten? Je kunt de whitepaper met adviezen voor het gezamenlijk succesvol implementeren van NNN hier aanvragen.
Stap 2 NANDA: Diagnose stellen
De NANDA diagnoses die bij bovenstaand ziektebeeld (mogelijke pneumonie), de nevendiagnose COPD en de symptomen passen zijn:
- Verminderd ademhalingsvermogen
- Risico op vallen

In deze casus gaan we dieper in op het verminderde ademhalingsvermogen van meneer Akken. Dan ziet de verpleegkundige diagnose er als volgt uit:
P: verminderd ademhalingsvermogen
E: pneumonie bij COPD
S:
- vermoeidheid bij enige inspanning
- productieve hoest
- dyspneu in rust en bij inspanning
- uitingen van angst bij benauwdheid
Bij het opstellen van een diagnose is de PES in het digitale systeem al gedeeltelijk ingevuld met opties die kunnen passen bij het probleem. Hieruit kan de verpleegkundige kiezen wat toepasbaar is, en verder zelf de etiologie en symptomen aanvullen.
Stap 3 NOC: resultaten van zorg plannen

Op basis van de symptomen uit de verpleegkundige diagnoses, formuleer je samen met de patiënt de zorgresultaten. Daar gebruik je de NOC bij; hierin ga je op zoek naar de passende resultaten van zorg. Je stelt de zorgresultaten in aan de hand van streefwaarden, de Likertschalen (schaal 1 t/m 5), passend bij de individuele patiënt. De streefwaarden zijn zichtbaar in de verpleegkundige rapportage. Voor deze casus zijn op ademhaling onderstaande zorgresultaten vastgesteld. Omdat meneer Akken last heeft van COPD, zijn de streefwaarden voor dyspneu aangepast op zijn kunnen. De overige resultaten krijgen wel de maximale streefwaarde.
Stap 4: NIC: planning interventies

Na het opstellen van de resultaten voeg je in de NIC de interventies toe die passen bij de zorgresultaten dyspnoe. Niet alles is van toepassing. Je kunt een keuze maken uit de voorgestelde opties of interventies toevoegen die niet vooringevuld staan. De interventies worden automatisch overgenomen in het activiteitenplan van de verpleegkundige. Bij de dyspnoe van de heer Akken kunnen de volgende interventies worden ingezet:
Stap 5: Uitvoering van de zorg en dagelijkse rapportage per dienst

Tijdens iedere dienst rapporteert de verpleegkundige samen met en bij de patiënt de voortgang aan de hand van de zorgresultaten (Likertschalen). Indien nodig vult ze de rapportage aan met vrije tekst. Gebruik van Likertschalen maakt de rapportage en voortgang overzichtelijk, eenduidig en bondig. Bovendien levert het tijdswinst op, zowel bij het rapporteren als bij het terugzoeken van informatie.
Stap 6: Evaluatie
De evaluatie is minstens zo belangrijk als alle voorgaande stappen. Aan de hand van de NOC evalueer je de zorgresultaten met en naast de patiënt. Dat doe je dagelijks. Daarnaast is er in het JBZ een keer in de vier dagen een evaluatie van de totale zorgverlening. Hierin worden de actuele diagnoses nogmaals doorgenomen en zo nodig gewijzigd. Hierdoor blijft de zorg gedurende de gehele opname actueel en op maat. Bij ontslag maakt de verpleegkundige de verpleegkundige overdracht op basis van de 13 domeinen van de NANDA. Ter informatie van de volgende zorgaanbieder geeft ze daarin de diagnoses aan die nog van toepassing zijn bij ontslag.
Klinisch Redeneren
Op 17 juni organiseert Nursing in samenwerking met dé expert op het gebied van klinisch redeneren en schrijver van de ProActive Nursing boeken, Marc Bakker, de masterclass Klinisch redeneren. Een masterclass voor de verpleegkundige die zijn/haar eigen vaardigheden naar een hoger niveau wil tillen. Meld je vandaag nog aan voor de Nursing masterclass Klinisch redeneren en leer om klinische probleemsituaties beter te analyseren, verduidelijken en te benoemen > Schrijf je nu in
Aan de slag met NNN
-Wil je direct aan de slag met NANDA NOC en NIC in je organisatie, ga dan naar https://nandanicnoc.bsl.nl/, waar je een licentie voor NNN kunt aanvragen.
– Er is een app van de NIC en een app van de NOC beschikbaar voor iOS en Android (beide met een deel NANDA-diagnoses). De inhoud van de apps is gebaseerd op de bekende boeken (NANDA international, Verpleegkundige interventies en Verpleegkundige zorgresultaten).
Downloaden:
– in de app store van Apple als je een iPhone of iPad gebruikt: NIC app en NOC app
– in de Google Playstore als je een Android telefoon gebruikt: NIC app en NOC app
– in de webshop van BSL (voor Apple en Android): NIC app en NOC app
De apps kosten €33,99.
[/nur_block_green]
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account