De kwaliteit van ouderenzorg écht verbeteren?

De kwaliteit van ouderenzorg moet fors beter, aldus het recente IGZ-onderzoek. Maar hoe doe je dit nu écht? Annemarie Koopman van GrowWork geeft haar klip-en-klare versie op dit complexe vraagstuk

‘Voldoende beschikbaarheid van verpleegkundigen is prioriteit nummer 1. Dat is hard nodig omdat de zorg complexer wordt. Dat geldt niet alleen voor de intramurale ouderenzorg, maar dat zie je ook in de wijk. Voldoende capaciteit is dus een voorwaarde. Maar de enige manier om kwaliteit van zorg écht te verbeteren, is deze verpleegkundige kracht dichterbij het primair proces in te zetten. Verpleegkundigen worden nu nog vooral taakgericht ingezet. Ze worden ingevlogen voor specifieke, verpleegkundige handelingen en ad-hoc bij acute situaties. Ze signaleren van alles, maar hebben niet de positie om te handelen. Dat moet anders: dit is echt een ontwerpfout.’

De verpleegkundige moet dus dichterbij het primaire proces komen. Daarnaast heeft zij tijd nodig voor drie belangrijke taken: observeren en signaleren, het coachen van haar collega’s én het monitoren van (de operationele kwaliteit) van zorg. Signaleren kan op verschillende manieren. Door zelf aan het bed te staan, via de zorgplannen en via haar collega’s. Ze moet echter wél kunnen vertrouwen op hun analyse- en observatievermogen. Daarbij komen we bij een belangrijk punt: de coachingskwaliteiten van de verpleegkundige. Als zij haar collega’s goed kan coachen op zorginhoudelijke taken en signalering, kan zij de kwaliteit van zorg verbeteren. Ze krijgt betere signalen, waardoor zij de juiste zorg kan regelen in samenwerking met collega’s, mantelzorgers en andere partijen. Het is wel noodzakelijk om deze specifieke competenties bij verpleegkundigen te versterken. Het op deze wijze regisseren van zorg en het coachen van collega’s is voor de meeste verpleegkundigen een nieuwe tak van sport.

 

We weten nu hoe je de kwaliteit van zorg kunt verbeteren. Maar wat komt er nog bij kijken om de verpleegkundige kracht te laten bloeien? Dát is het beïnvloeden van de context waarin de verpleegkundige werkt. Het MT bepaalt het nieuwe organisatieconcept. Maar bij de implementatie moet iedereen hierin worden ‘meegenomen’. Verpleegkundigen krijgen immers een nieuwe rol. De managers zorgen ervoor dat verpleegkundigen die rol ook daadwerkelijk kunnen pakken. Het is erg belangrijk dat de managers de noodzaak hiervan inzien. Het koppelen van het organisatieconcept aan het zorgconcept is dus een succesfactor.’