De afgelopen jaren reageerden veel verpleegkundigen op Nursing.nl op berichten over het terugdringen van het gebruik van de onrustband. Veel lezers geven aan de band liever niet te gebruiken, maar vinden ook dat ze soms niet anders kunnen. Een selectie van reacties.
Manon Bellekom, verpleegkundige op de afdeling neurologie van het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis in Amsterdam: ‘Of het gebruik van een onrustband nodig is, hangt af van de patiëntenpopulatie op een afdeling. Wij krijgen bijvoorbeeld veel patiënten die een CVA rechts hebben gehad. Vaak hebben ze een frontaalsyndroom. Deze patiënten hebben een verminderd ziekte-inzicht en vaak niet in de gaten wat er aan de hand is. Het gebeurt vaak dat iemand links verlamd is en met de rechterzijde, die nog wel functioneert, uit bed probeert te klimmen. Dat kan niet: er ontstaat dan valgevaar. In zo’n situatie kiezen we ervoor om de patiënt te fixeren met een onrustband. Hoe vaak we dat doen, wisselt nogal. Nu hebben we op de 38 bedden maar één patiënt die in een onrustband ligt, maar een paar maanden geleden waren dat er wel tien. We doen ook wel eens een washandje over de handen van patiënten die steeds katheters en sondes eruit willen trekken. Maar als dat niet werkt, kiezen we toch voor een onrustband.’
Ramon Dankelman is verpleegkundige op een medium-care neuro in Zwitserland: ‘Wij gebruiken regelmatig fixatie middelen: 5-puntsfixatie, Zweedse band of een verpleegdeken. In plaats van polsfixatie gebruiken we steeds vaker handschoenen om zelfstandige verwijdering van drainages tegen te gaan. Ik merk dat het aantal fixaties langzaam iets afneemt, maar helemaal verbannen lijkt me bij onze patiëntencategorie onmogelijk. Met arteriële lijnen en liquor drainages is de veiligheid bij verwarde patiënten is dat niet te waarborgen. Bij mijn vorige werkgever werd veel meer gefixeerd doordat een neurochirurg niet zo graag sedative middelen inzet. Een intensivist is hier naar mijn idee wat gemakkelijker in.’
Gerrie Remmelink is neurologieverpleegkundige in Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede: ‘Het gebruik van de onrustband is bij ons tot een minimum gebracht. Er zijn tegenwoordig vele andere manieren om een patiënt te beschermen tegen vallen. Wij maken veel gebruik van sensors. Er gaat een alarm af zodra iemand zijn benen over de bedrand zwaait of omhoog komt uit een kussen in een rolstoel. Eerlijk gezegd heb ik daar ook een dubbel gevoel over: al die alarmen zijn soms écht niet bij te benen als je twee of drie mensen op de afdeling hebt met een sensor. Hij gaat ook af als er iemand langs loopt, bijvoorbeeld als de maaltijd wordt gebracht. Als verpleegkundige moet je dan regelmatig extra heen en weer lopen, maar dat weegt op tegen een valincident.’
Anouk Brink is verpleegkundige op de afdeling Abdominale Chirurgie in het UMCG: ‘Tijdens mijn stage in een ziekenhuis hadden we een soort ‘trippelhoes’, maar zelfs daarin kregen mensen het voor elkaar om infusen en dergelijke uit te trekken. Toch vond ik dat minder barbaars dan de zweedse band. In het ziekenhuis waar ik nu werk gebruiken we hem ook en ik vind het echt verschrikkelijk om mensen daarin te moeten leggen. Bovendien heb je er net zoveel werk van, omdat je eigenlijk elke 10 tot 15 minuten minimaal moet kijken hoe het met de patiënt gaat. Ik vergeet nooit dat een collega mij vroeg of ik voor de nacht een patiënt van haar vast wilde leggen en dat die man mij huilend smeekte om hem niet weer in die band te leggen. Ik heb het ook niet gedaan, omdat mijn gevoel van alle kanten schreeuwde dat het verkeerd was. Die man was later nog een keer op de afdeling en kon zich van zijn delier niet veel meer herinneren. Wat hij zich wel herinnerde was de fixatie, dat was echt een hel geweest. Hij had er eigenlijk gewoon een trauma aan over gehouden. Verschrikkelijk die fixatie, en triest dat we tegenwoordig niet iets anders hebben wat ook werkt maar minder ingrijpend is.’
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account