‘Op de intensive care werken duivels die erop uit zijn je kapot te maken. Ze gaan net zolang door tot je bijna dood bent, maar sterven laten ze je niet, en juist daar genieten ze van.’
Meneer De Graaf heeft drie weken op de intensive care (IC) gelegen met een ernstige infectie en een aanhoudend delier. Inmiddels gaat het beter. Hij mobiliseert, eet en drinkt zelfstandig en is goed georiënteerd. Eigenlijk is er niets aan de spontane, vriendelijke man dat nog aan een delier doet denken, behalve wanneer de IC ter sprake komt. Dat blijft in zijn beleving de hel op aarde.
Ook meneer Rijerink, oud-hoogleraar in de filosofie, heeft een flinke tijd op de IC doorgebracht, en ook voor hem was het een traumatische ervaring. Delirant is de welbespraakte man nooit geweest. Integendeel, hij heeft zijn verblijf juist zeer bewust meegemaakt.
‘Op de intensive care’, zo vertelde hij, ‘verwerd ik tot een technisch verschijnsel, een ‘ding’ dat middels apparatuur in leven werd gehouden. En als ding voelde ik mij behandeld. Omdat ik geïntubeerd was kon ik niet praten, maar ik kon wel alles verstaan. Ik was er gewoon, maar de mensen om mij heen leken dat te vergeten. Verpleegkundigen bespraken ‘s nachts zeer persoonlijke dingen met elkaar terwijl ik alles kon horen. Maar in hun beleving was ik er niet, althans niet als mens. Soms kon ik flink in paniek raken van het ‘ding zijn’, maar ik leerde contact te maken door de apparaten om mij heen te beïnvloeden. Als ik bijvoorbeeld de saturatiemeter van mijn vinger loswrikte, ging de monitor piepen en kwam er iemand naar mij toe. Het goed functioneren van de monitor was voor de mensen om mij heen kennelijk belangrijk, en daar paste ik mij op aan. Het riep soms irritatie op bij de verpleging, maar mij bood het houvast.’

Documentaire
Een aanrader is deze documentaire, waarin drie patiënten vertellen over hun verblijf op de intensive care. Bekijk ‘m hier>>>
Onderzoek van de revalidatieafdeling van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam laat zien dat een ruime meerderheid van de mensen die op de IC heeft gelegen, een jaar later nog altijd gebukt gaat onder lichamelijke en psychosociale klachten. Bijna twintig procent vertoont tekenen van posttraumatische stress.1 Het is dan ook volkomen terecht dat er steeds meer aandacht is voor het trauma dat een IC-opname met zich mee kan brengen. Een aantal ziekenhuizen heeft inmiddels een nazorgpoli. Op veel plekken wordt hard gewerkt aan een meer leefbare intensive care, met gedempte lampen, minder gepiep en meer familie.
Meneer De Graaf en Meneer Rijerink hebben het ziekenhuis inmiddels verruild voor een revalidatiekliniek. Ik heb tijdens de opname uitgebreid met ze gesproken, maar ze helaas geen nazorg aangeboden. Toen ik hen onder mijn hoede had, wist ik simpelweg niet dat er zoiets bestaat. Hun beleving van de intensive care heeft mij echter aan het denken en aan het zoeken gezet. Morgen, als ik weer in het ziekenhuis ben, ga ik aandacht vragen voor het thema. Ik hoop dat jullie hetzelfde doen.
Noot:
1. De Graaff, A. Et al.(2011) ‘De IC patiënt behoeft nazorg’. Medisch Contact, 26, pp. 1660-1662
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account