Daar zit je nu. Vrije dag. Mail lezen en een beetje scrollen langs de Nursing-site. Ogen op het scherm en vingers op de toetsen.
Of op de muis of je schoot. Misschien door je haar of in je neus. Maar vrij in ieder geval. Maar hoe was dat gister? Of vanmorgen? Toen je in het wit nog werkende was? Toen wisten jij en je handen álles af van handhygiëne.
Vraag willekeurig welke zuster en ze zal het zeggen: een goede hygiëne is onmisbaar. Logisch ook en broodnodig. En tuurlijk was en desinfecteer jij je handen tot je knokkels blauw oplichten. Je doet je stinkende best (het wordt mij tenminste kwalijk genomen thuis, dat ik ruik naar desinfectans of handschoenen!)
Ik sta op zaal bij een mevrouw bij het raam. De meneer er tegenover wil even iets hogerop geholpen worden. In alle drukte zet ik het glas van de mevrouw neer en help ik de man. Mijn tocht is niet langs het zeeppompje. Dus ‘zeeppomp’ ik niet. Het voelt anders als ik na de hoestende vrouw en haar attributen ‘slechts’ een andere patiënt aanraak. Dus niet mijn lippen of dochter.
Maar als je daar zo op je vrije dag of ochtend met je nagels aan je tanden pulkt of door je slaperige ogen wrijft; weet je dan nog waar die handen gisteren waren? Welke moleculen zich in nagelriemen en onder nagels mogelijk nog schuilhouden? Smaakt die nagel nog, nagelbijter?
Ineens wordt het pijnlijk duidelijk wat het nut is van hygiëne.Zonder alle theoretische bla bla. Als je gewoon eens even nadenkt over bloed, zweet en tranen over je handen, urinalen legen en po-stoelen duwen.
Die onzichtbare narigheid wil toch niemand om zijn oren?
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account