MRSA

• Gebruik beschermingsmiddelen (schorten, handschoenen) altijd voor dezelfde cliënt. Draag bij verzorging van een cliënt met MRSA op een eenpersoonskamer en ook bij het afhalen en opmaken van het bed een chirurgisch mondneusmasker.
• Overdracht van MRSA vindt voornamelijk plaats tijdens direct contact of tijdens verzorging van de cliënt, zoals wassen, bed opmaken, wondverzorging, etc. Verzorg daarom een cliënt van categorie 1 of 2 (bewezen MRSA-dragerschap of een hoog risico op dragerschap) op een eenpersoonskamer.
• Laat een cliënt met MRSA door een zo klein mogelijk vast team van ervaren verpleegkundigen. Verzorgenden moeten het contact met de cliënt met MRSA zoveel mogelijk beperken.
• Verzorgenden met huidafwijkingen als psoriasis of eczeem mogen niet in contact komen met cliënten met MRSA. Personen met dergelijke huidafwijkingen raken sneller gekoloniseerd met stafylokokken en zijn moeilijker te behandelen.
• Zorg dat zich in de kamer nooit meer dan een dagvoorraad verplegings- en verzorgingsartikelen bevindt.
• Een cliënt die geen drain of katheter heeft en ook geen huidleasies of mogelijke infectiebronnen als abcessen, furunkels, of chronische luchtinfecties (zoals COPD), mag buiten de kamer aan sociale activiteiten deelnemen.
• Is op grond van deze criteria langdurige uitsluiting nodig, overleg dan met een deskundige over eventueel aangepaste maatregelen.

Klik hier voor de richtlijn van MRSA in de thuiszorg.

Bron: Nursing

Auteur: Redactie Nursing – Nienke Berends