Vijf maatregelen voor verplegen bij hittegolf

1. Maak een overzicht van alle cliënten met een verhoogd risico
– cliënten zijn die niet adequaat kunnen reageren op de warmte door hun beperkingen
– cliënten met aandoeningen zoals hartfalen, COPD, of diabetes mellitus
– cliënten met overgewicht en senioren

2. Zorg voor voldoende vochtinname
– stimuleer cliënten voldoende te drinken, bij extreme warmte zo’n 2 tot 3 liter
– doe het drinken voor die dag vooraf in kannen of flessen, zodat de cliënt ziet wat hij vandaag moet drinken
– controleer zomogelijk de urineproductie. Een productie van 1½ liter per dag met een lichtgele kleur is een indicatie dat er voldoende wordt gedronken. Ook de frequentie waarmee een cliënt plast, is een indicatie. Informeer bijvoorbeeld wanneer de cliënt voor het laatst heeft geplast.

3. Zorg voor afkoeling
– stimuleer luchtige kleding.
– bescherm de woning tegen invallend zonlicht
– gebruik ventilatoren en airconditioners

4. Schakel mantelzorg in
– laat mantelzorgers of anderen uit de naaste omgeving toezicht houden
– instrueer deze mensen goed

5. Wees creatief met zorgverlenen
– deel een halfuur zorgverlening bijvoorbeeld op in één kwartier ’s ochtends en één kwartier ’s middags. Zo kun je de maatregelen beter toepassen en beter monitoren
– voer bepaalde onderdelen van de zorgverlening eventueel tijdelijk niet uit. Zorg er in plaats daarvan voor dat de cliënt goed drinkt
– bespreek binnen je team hoe je de zorgverlening goed kunt aanpassen op de warmte

Bronnen: Sting, LEVV en V&VN.