Ik heb al vaker gezegd mij zorgen te maken over de zorg. Die zorgen nemen helaas eerder toe, dan af. En we weten volgens mij allemaal hoe dat komt.
Er is veel gaande binnen de zorg. Negatieve berichten zoals een verpleeghuis met een plasbeleid, Hugo Borst die zijn zorgen duidelijk uitspreekt en mijn eigen organisatie die in financiële problemen zit. Als zorgverlener vind ik het afschuwelijk om zulke berichten te moeten horen.
Ik wil zorg verlenen, ik wil mijn werk goed doen, maar op welke manier en waar doe ik goed aan? Veel zorgteams in de wijk werken onder de druk van productie draaien. Als wijkverpleegkundige heb ik het nog niet eens zo zwaar. Ik heb dan wellicht meer verantwoording, maar de productie-eisen liggen voor mij lager dan voor de verzorgenden in mijn team. Zij moeten hun hele dienst produceren en registreren op cliëntentijd.
Dus tja, als ik naar de ontwikkelingen kijk dan draait nog steeds veel om de productie. Je probeert nieuwe cliënten aan te trekken. Nieuwe cliënten zorgen voor volle routes. Volle routes zorgen ervoor dat het team meer werk heeft en dus een hoge productie. Zijn er te weinig cliënten dan is de productie te laag en moet er mogelijk een zorgroute af, waardoor een collega minder uren kan werken.
Ik indiceer de zorg volgens de normen (het Normenkader en met Nanda NIC NOC). Ik indiceer volgens mij precies wat de cliënt aan zorg nodig heeft. Daarop worden zorgdoelen gemaakt, waarbij we de zorg weer afbouwen zodra dit kan en verantwoord is.
Als wijkverpleegkundige moet je zelf veranderen met alle nieuwe taken die er zijn, maar je moet ook je team daarin meenemen. Hoe doe je dat? Hoe doorbreek je weerstand? Op de Nursing Experience (6 en 7 december in Ede) is er een workshop over. Lees hier meer >>>
Maar wat gebeurt er dan? ‘U pikt de zorg af van mijn vader.’ ‘Ik heb recht op meer zorg.’ Het gebeurt toch regelmatig dat familie op scherp staat als het aankomt op de verworven zorg. Ik heb de indicatie gemaakt met de allerbeste zorg voor de cliënt voor ogen. Maar dat dringt niet door als ik dat aangeef. Staat iedereen dan op scherp wanneer het op de zorg aan komt?
Ik leef nu in een zorgwereld waarin ik productie moet draaien maar tegelijkertijd de zorg moet terugschroeven wanneer dat kan, om vervolgens in de clinch met de familie te liggen omdat de resterende zorg te mager is.
Ik heb familiegesprekken, gesprekken met de huisarts, betrek het team erbij, leg verantwoording af aan de teamleider. Kortom ik doe wat ik kan en ontwikkel nieuwe communicatietechnieken zoals bemiddelen en onderhandelen, dat dan weer wel.
De conclusie: mijn functie als wijkverpleegkundige zit tussen alle vuren in. Ik moet het vuur laten branden maar het ook weer blussen. Om dit allemaal te kunnen doen, moet ik mezelf ontwikkelen. Misschien kan ik brandweervrouw worden!
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account