Een rustige vrijdag: slechts drie telefoontjes tijdens mijn dienst, en dat is uitermate weinig. Normaal gesproken krijg je tijdens een dagdienst voor het weekend enkele tientallen telefoontjes te verwerken.
Maar kennelijk is er vandaag niet zo veel behoefte aan technische thuiszorg in Nederland. Ik hoor via mijn netwerk dat het ook op andere plaatsen in den lande rustig is.
Ik maak van mijn middag kantoordienst gebruik om mijn tas eens goed op te ruimen, en wat informatie op internet te zoeken: de halfwaardetijd van enkele opiaten had ik niet paraat. Nu wel.
Rond kwart over drie rij ik naar huis. Ik ben telefonisch bereikbaar tot 17.00 uur, maar om nog twee uur nieuwe toepassingen voor paperclips uit te gaan vinden, daar voel ik weinig voor! En ik heb nog overuren genoeg…
Mijn collega belt dat ze ook er ook eerder mee gaat stoppen.
Om 16.00 uur gaat toch de telefoon: ik word doorverbonden met een vrouwelijke cliënt uit mijn woonplaats. ‘Ik weet niet of ik bij u aan het goede adres ben, maar ik word gevoed via een maagsonde. Nu ben ik vannacht erg misselijk geweest. Ik moest overgeven en toen heb ik de hem eruit gebraakt.’ Ik sta op het punt om te antwoorden, dat ik wel even langskom om de sonde opnieuw in te brengen, maar zij vervolgt: ‘Ik heb het ijzerdraadje gepakt, in de sonde gestopt, en heb hem zelf maar weer ingebracht. Zou hij nou goed zitten?’
Dit soort zelfzorg was ik nog niet eerder tegengekomen. ‘Nou mevrouw, ik kan dat over de telefoon moeilijk beoordelen, dus ik kom wel even langs’. Bij controle blijkt dat hij prima zit, en zelfs de pleisters waarmee de sonde is gefixeerd, verdienen een schoonheidsprijs! Onbewust heeft deze mevrouw de verpleegkundige theorieën van Van den Brink-Tjebbes voor mij een nieuw dimensie gegeven!
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account