Ervaren mbo’ers mogen tijdelijk indiceren

Dat laat beroepsvereniging V&VN weten in een persbericht. De beroepsvereniging en werkgeversorganisaties ActiZ en BTN presenteerden vandaag afspraken om het verwachte tekort aan wijkverpleegkundigen op te vangen. Bekijk de afspraken hier>>>

Indiceren gebeurt door hbo’ers

Begin 2015 wordt de wijkverpleegkundige zelf weer verantwoordelijk voor het stellen van de verpleegkundige indicatie en de zorgtoewijzing, in plaats van het CIZ. Volgens het normenkader voor het indiceren en organiseren van verpleging en verzorging in de wijk dat V&VN in juli presenteerde, is dat bij uitstek een taak voor een bachelor- of master-opgeleide verpleegkundige.

Overgangsperiode

Nu komt er echter een overgangsperiode van drie jaar, waarin ervaren mbo-opgeleide verpleegkundigen tijdelijk mogen indiceren. Volgens V&VN is deze overgang noodzakelijk omdat er niet alleen een gebrek is aan voldoende hbo-opgeleide verpleegkundigen, maar ook omdat er een kwaliteitsslag gemaakt moet worden om de huidige wijkverpleegkundigen bij te scholen op de nieuwe competenties. Indicatiestelling is bijvoorbeeld jarenlang geen onderdeel van de beroepsuitoefening geweest.

Te weinig hbo’ers

Ruim 75 procent van alle verpleegkundigen zijn mbo-opgeleide verpleegkundigen. Ongeveer 20 procent van de zorgorganisaties heeft geen hbo-opgeleide verpleegkundigen in dienst. Meer dan de helft van de zorgaanbieders zegt moeite te hebben met het werven van hbo-opgeleide verpleegkundigen. Mbo-opgeleide verpleegkundige die willen indiceren moeten expert zijn in de wijk, 24 uur per week werken en gestart zijn met de opleiding hbo Verpleegkunde.

Nanda of Omaha?

Vanaf januari gaat de wijkverpleegkundige zelf indiceren. Momenteel speelt de discussie met welk classificatiesysteem wijkverpleegkundigen diagnoses moeten stellen>>>