‘Ik heb heel snel een hoog-laagbed, een papegaai en een urinaal nodig!’ De cliënt waar ik gisteravond zorg bij verleende, kwam die dag uit het ziekenhuis en ontdekte dat zijn vertrouwde omgeving niet meer aansloot bij zijn mogelijkheden.
Zijn vrouw en zijn zoon kijken mij vragend aan. Nee, ze begrijpen wel dat ik dat ‘s-avonds om half tien niet meer vlot kan regelen, maar morgen toch wel? ‘Ik hoop alleen dat het matras niet zo’n keihard, tweedelig ding is’ geeft zijn vrouw aan. Ook hier is er een oplossing voor, namelijk een anti-decubitusmatras. Alleen, daar moet een indicatie voor worden aangevraagd. En ook dat kan ik in de avond niet even regelen. ‘Ik bel straks mijn collega en die geef ik door dat ze de volgende ochtend vroeg contact met u legt om het te regelen’. Gelukkig hanteren wij in ons team als het om overleg gaat, geen kantoortijden…
Waar wil ik naar toe met dit verhaal? Nou, eerst wil ik aan de verpleegkundigen in het ziekenhuis vragen om – voordat een patiënt naar huis toe gaat – te bekijken of alles thuis goed geregeld is. De transferverpleegkundige speelt hier een belangrijke rol! Bij mijn client was het ‘haastwerk’. Hij hoorde in de loop van de ochtend dat hij naar huis toe mocht.
Een dagje later naar huis had deze man een hoop ellende kunnen besparen.
Verder schoot mij het nieuwsbericht over de waardering van de prestaties van het CIZ te binnen. ‘Het CIZ doet het beter dan de spoorwegen’. Appels met peren vergelijken, noem ik zoiets, maar dat terzijde. We klagen wel heel vaak over het CIZ, en ook de respondenten in het onderzoek doen dat. Snelheid is daarbij het sleutelwoord. Hoe vlotter het CIZ reageert, hoe hoger het waarderingscijfer.
Gelukkig is bij het CIZ op enkele gebieden al enige tijd het licht gaan branden. Zo is de aanvraag van een antidecubitusmatras een simpele indicatie geworden. En daar heeft mijn cliënt vanavond al baat bij!
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account