Sturen op resultaten wordt cruciaal nu wijkverpleegkundigen de verantwoordelijkheid krijgen voor het gehele zorgproces. Dit is echter alleen mogelijk als wijkverpleegkundigen op basis van een brede anamnese een geobjectiveerde diagnose vaststellen.
Zoals iedereen weet, indiceerde voorheen het Centrum Indicatiestelling (CIZ). De wijkverpleegkundigen gingen daarmee – het betrof dan meestal een voorgeschreven aantal uren van een bepaald type zorg – aan de slag. Dat gaf zowel vrijheid als vrijblijvendheid. Vrijheid om zelf te bepalen in hoeverre deze indicatie zou worden ‘uitgenut’, en vrijblijvendheid omdat deze indicatie niet was gekoppeld aan een te behalen resultaat. Deze werkwijze was ook voor werkgevers vaak aantrekkelijk, aangezien dit ruimte bood om op ‘productiviteit’ en daarmee op financieel resultaat te sturen. Dit leidde ertoe dat cliënten onnodig lang in zorg werden gehouden, en dat daar vaak onterechte zorg werd geboden.
Het is een moeilijk onderwerp, iets ‘waarover we liever niet spreken’. Maar de meeste wijkverpleegkundigen herkennen het, dat knagende gevoel dat we toch niet altijd de juiste dingen doen. En er niet doorlopend op gericht zijn om cliënten zoveel mogelijk te ondersteunen bij zelfmanagement. Om – waar mogelijk – zorg zo snel mogelijk af te bouwen.

‘Iedereen heeft interesse in wijkverpleegkundigen’
Wijkverpleegkundige Kyra Noorman werkzaam bij Beweging 3.0 locatie Soest vertelt hoe zij aankijkt tegen de nieuwe rol voor de wijkverpleegkundige in 2015. Lees meer >>>
Nu wijkverpleegkundigen de verantwoordelijkheid krijgen voor het gehele zorgproces, inclusief indiceren, wordt sturen op resultaat cruciaal. Dit is echter alleen mogelijk als wijkverpleegkundigen op basis van een brede anamnese een geobjectiveerde diagnose vaststellen. Zonder dat is het formuleren van doelen (uitkomsten) en indiceren niets meer dan luchtfietsen. Indiceren op basis van het gevoel of vermoeden dat er problemen zijn op een bepaald domein, en vervolgens interventies gaan organiseren (en die factureren), is laakbaar. Indiceren kan alleen op basis van onderbouwde, geobjectiveerde diagnose(s). En gelukkig hoeft dat niet allemaal opnieuw te worden ontwikkeld, er zijn wetenschappelijk onderbouwde, en goed werkbare classificatiesystemen – met een noodzakelijke PES-structuur – voor het stellen van verpleegkundige diagnosen, zoals de Nanda International.

Dossier langdurige zorg
Wat verandert er allemaal als zowel de verzorging als de verpleging in 2015 worden overgeheveld van de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet (Zvw)? Bekijk het dossier >>>
Inmiddels hebben wij voor honderden wijkverpleegkundigen, uit allerlei organisaties maar ook werkzaam als ZZP-er, een leergang indiceren mogen verzorgen. Op basis van hun huidige werkwijze in de praktijk, en hun ervaringen daarbij, schatten wij in dat als wijkverpleegkundigen het bepalen en plannen van interventies (= indiceren) alleen nog maar doen op basis van onderbouwde en geobjectiveerde diagnostiek, er minimaal 25% minder verrichtingen nodig zijn. Dit omdat er dan alleen nog maar interventies worden uitgevoerd die vanuit de professionele vakinhoud kunnen worden gerechtvaardigd en dus nodig zijn.
Het getuigt van professionaliteit als wijkverpleegkundigen elkaar daar kritisch op bevragen, en elkaar op dit cruciale onderdeel van hun beroep, verder helpen. Intercollegiale toetsing is daarvoor een beproefde methode. Het is te verwachten dat de komende jaren ook verzekeraars steekproefsgewijs wijkverpleegkundigen gaan bevragen op de mate waarin de verpleegkundige diagnostiek- als basis voor het indiceren – onderbouwd en objectief wordt uitgevoerd. Daar hebben cliënten recht op en plukken wij uiteindelijk allen de vruchten van.

Meer salaris
De wijkverpleegkundige wordt verantwoordelijk voor het verpleegproces van begin tot eind. Het zou best terecht zijn als wijkverpleegkundigen in hun nieuwe rol ook meer salaris verdienen… Lees meer >>>
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account