Stagiaire Renée vindt het soms moeilijk om de pijn van patiënten juist in te schatten. Voor de een betekent een score van 7 iets heel anders dan voor de ander. Nog best lastig voor een nieuweling.
Ik loop ondertussen alweer 1,5 maand stage op de kraam- en verlosafdeling in het ziekenhuis. Een patiëntencategorie die je nergens anders in het ziekenhuis vindt. Voornamelijk bij de kraamvrouwen zie ik dat de blijheid en het geluk van ieders gezicht afspat! Heerlijk om te zien, en ik vind het mooi om bij zulke belangrijke momenten van iemands leven iets te kunnen toevoegen.
Wat me de afgelopen periode voornamelijk is opgevallen, is dat de kraamvrouwen over het algemeen heel tevreden patiënten zijn en nauwelijks pijn ervaren. Ook de vrouwen die een sectio ondergaan zijn. Zij hebben toch echt een grote buik-OK ondergaan en dat moet je niet onderschatten. En natuurlijk hebben ze soms echt wel even goed pijn en last van de wond hoor, maar één glimp in het wiegje, een big smile ontstaat en de pijn lijkt weg. ‘Oké, doe maar een paracetamolletje. Dat is misschien wel fijn.’ Het is echt zo’n verschil met andere chirurgische afdelingen. Vanuit eerdere stages ben ik gewend om vooral niet zuinig met pijnstilling te zijn, omdat het gewoonweg echt nodig is. Maar hier doet moeder natuur haar werk goed. Bijzonder om te zien hoe deze eigen pijnstelling effect heeft, de hormonen die je aanmaakt werken als de beste.

‘Pijn signaleren is meer dan een pijnlatje voor iemands neus houden’ zegt een pijnexpert, dat lees je hier >>>
Natuurlijk zijn er ook kraamvrouwen die helaas wel heel veel pijn ervaren, en voor hen is de nodige pijnstilling volop aanwezig. Toch vind ik het lastig in te schatten hoeveel pijnstilling iemand nou echt nodig heeft, om het herstel te ondersteunen. Je wilt ook niet iedereen volproppen met morfine, en helemaal niet als de vrouwen borstvoeding gaan geven. Gelukkig heb ik al vroeg in de opleiding geleerd dat hier al lang en breed over is nagedacht, de NRS score! Of ja, eigenlijk noemt iedereen het de VAS, maar gebruiken we de NRS. Mooi een cijfer geven dat aangeeft hoeveel pijn je hebt. Op zich fijn dat je deze bij je andere controles moet invullen, want dan vraag je er tenminste naar en kan je het niet vergeten, maar hoe kun je als verpleegkundige nou zo’n subjectief antwoord omzetten in een objectief cijfer. Vind ik lastig.
Misschien herken je het wel: de patiënt die op het eerste gezicht er rustig bij ligt, geeft niet aan dat zij pijn geeft, maar bij het mobiliseren schieten de tranen in haar ogen en gaat het gewoon echt niet, zoveel pijn. Welke VAS geeft ze: ‘Een 3 misschien?’ En ondanks dit cijfer zou ik handelen alsof ze een 7 geeft een bied ik een goede pijnstiller aan, waar zij ook zeker baat bij heeft.
Een andere casus, de patiënt is druk aanwezig, beweegt veel in bed, is amicaal met veel bezoek. Maar als je even een VAS-je vraagt, zegt ze 8 of 9, met een moeilijk gezicht. Objectief gezien zouden alle bellen moeten rinkelen; arts erbij, aanvullend pijnbeleid, alles! Terwijl je misschien eerder geneigd bent om een paracetamol aan te bieden, hooguit een NSAID’tje. Lastig. Ik heb echter in overleg met de arts een nieuw pijnbeleid opgezet, waar mevrouw baat bij had. Want je kunt het cijfer niet negeren, ondanks dat je daar zelf een mening over zou hebben. Aan het eind van het liedje kun je als verpleegkundige niet in het lichaam van de ander kijken en weet je niet wat een ander voelt. Ik ben van mening dat alleen vragen naar een cijfer tussen 0 en 10 niet toereikend genoeg is om een goed beeld van iemands pijnbeleving te krijgen.
Konden we bij iedereen maar een pasgeboren kindje naast het bed leggen dat al die natuurlijke hormonale pijnstilling activeert. Dat zou toch heerlijk zijn voor de patiënt. Want wat voor ellendige en pijnlijke bevalling het ook was; ze zouden het allemaal zó weer doen!
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account