Het maken van onderscheid tussen vochtletsel en decubitus is nodig om patiënten de juiste zorg te geven.
Dat stellen Prof. dr. Tom Defloor van de Universiteit Gent en verplegingswetenschapper dr. Lisette Schoonhoven van de afdeling Kwaliteit van Zorg (WOK) van het UMC St Radboud in Nijmegen en enkele andere deskundigen op het gebied van verpleegkunde.
Reactie
De onderzoekers reageren op een artikel in Medisch Contact (MC) eind januari, waarin staat dat ziekenhuizen hun decubituscijfers oppoetsen en verpleegkundigen daaraan meewerken. Verpleegkundigen zouden decubitus graad 2-3 vochtletsel noemen, als incontinentie de oorzaak is. Volgens de auteurs in MC bestaat het begrip vochtletsel in de medische literatuur niet.
Diagnose
Defloor en Schoonhoven vinden het een ernstige zaak dat de auteurs, onder andere prof. Dr. J. Haalboom, internist van het UMC Utrecht en decubitusconsulent Eddy Koopman, suggereren dat patiënten met huidletsel correcte zorg wordt onthouden. Defloor en consorten stellen dat het juist zeer belangrijk is om de juiste diagnose te stellen. Zo blijkt uit verplegingswetenschappelijk onderzoek dat de huidirritatie bij incontinentie vaak wordt aangezien voor decubitus, terwijl het om vochtletsel gaat. Het gevolg hiervan is dat bij patiënten met vochtletsel een niet-effectief anti-decubitusbeleid wordt ingezet.
EPUAP
De verplegingswetenschappers geven bovendien aan dat de European Pressure Ulcer Advisory Panel (EPUAP, waarin ook artsen deelnemen) sinds twee jaar een verschillend beleid adviseert bij vochtletsel en bij decubitus. Ook het LEVV ondersteunt het onderscheid, evenals de rapportage van de Landelijke Prevalentiemeting Zorgproblemen. De Inspectie van de Volksgezondheid verwacht dat ziekenhuizen deze gegevens gebruiken bij het registreren van de prestatie-indicatoren.(CK)
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account