Zorg thuis nog niet terug op het oude niveau

Bij het merendeel van de patiënten die voor de coronacrisis thuiszorg of ondersteuning ontving, is dit nog niet terug op het oude niveau. Bijvoorbeeld bij ADL, wondzorg en stomazorg krijgen mensen nog niet de hulp die ze gewend waren.

Dat blijkt uit een onderzoek van de Patiëntenfederatie onder ruim 8000 deelnemers. Bij veel patiënten zijn gedurende de coronacrisis eerder geplande afspraken voor zorg afgezegd of uitgesteld. De Patiëntenfederatie onderzocht of de uitgestelde zorg alweer plaatshad of is ingepland.

Van de 8100 ondervraagde deelnemers gaven 1061 mensen aan dat zij of hun naaste voor de coronacrisis zorg en/of ondersteuning thuis kreeg. 39% hiervan kreeg tijdens de coronacrisis minder of geen zorg en/of ondersteuning meer. Inmiddels is bij 19% de zorg weer opgestart en zal dit bij 12% op korte termijn gebeuren.

Bij 69% is de zorg en/of ondersteuning nog niet op het oude niveau:
– 28% hiervan krijgt minder zorg
– 41% krijgt helemaal geen zorg

Wondzorg en stomazorg

171 mensen hebben sinds de coronacrisis helemaal geen zorg en/of ondersteuning thuis meer gekregen. Als zorg die men nu niet ontvangt, worden genoemd: wondverzorging, ADL, geestelijke hulp, stomazorg en medicatie geven. 39% koos zelf voor het stopzetten van deze zorg. 25% deed dit in overleg met de betreffende organisatie. Bij 22% besloot de organisatie de zorg en/of ondersteuning te stoppen. 82% kreeg uitleg waarom deze zorg en/of ondersteuning werd gestopt. 17% niet. Bekijk hier nog meer cijfers uit het onderzoek.

Mantelzorg blijft ook nog achter

Ook de mantelzorg loopt achter en is nog niet op het oude niveau. 78% geeft nog geen mantelzorg op het oude niveau. Meer dan de helft van de mantelzorgers die tijdelijk of nog steeds minder mantelzorg bieden, maken zich redelijk tot veel zorgen.

De zorgen werken twee kanten op. Aan de ene kant maakt men zich zorgen om degene waar men voor zorgt, maar ook om zichzelf en hoe lang dit nog vol te houden is. 88% heeft nog wel contact op afstand. 59% heeft telefonisch contact. 24% heeft contact via beeldbellen. Er worden ook andere alternatieven genoemd: via whatsapp of mail, contact via het raam, via de tuin of via een ‘babbelbox’.

Bron: Patiëntenfederatie