Chronische wonden laten zich vaak goed behandelen met larven van de groene vleesvlieg. Artsen zetten die dan ook steeds vaker in: in ongeveer een kwart van de Nederlandse ziekenhuizen wordt ermee gewerkt.
Promovendus Pascal Steenvoorde stelde in zijn proefschrift vast dat patiënten geen grote problemen hebben met de madentherapie. De behandelende artsen en verpleegkundigen zijn huiveriger. Toch verwacht hij dat in de toekomst zelfstandige nurse-practitioners bij patiënten langs zullen gaan om ze te behandelen met vliegenlarfjes.
Dr. Steenvoorde promoveerde begin 2008 op zijn bevindingen. In een aantal gevallen was madentherapie de enige manier om amputaties te voorkomen. Bij ongeveer 70% van de chronische wonden die hij behandelde trad verbetering op.
Maden van dit type zijn zorgvuldige chirurgen: ze eten uitsluitend dood weefsel op, en laten het levende weefsel zitten. De stoffen die ze uitscheiden, helpen om de wond te genezen. In ongeveer één op de acht gevallen ontsnapten er maden uit de wond, al werden die meestal opgevangen door een verbandje over de wond.
Als zo’n verband niet aangelegd kan worden omdat de wond op een rare plek zit, of ontsnapping een groot probleem is voor de patiënt, kan de verpleegkundige de maden opsluiten in een soort theezakje. De behandeling duurt dan wel wat langer, blijkt uit Steenvoordes onderzoek.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account