Verpleegkundigen kunnen ook kiezen voor een ander soort baan. Anouk Scheltema de Heere werkt in de ambulancemeldkamer als verpleegkundig centralist bij de veiligheidsregio Haaglanden. Dat dit ook een interessante en uitdagende baan is voor verpleegkundigen is bij lang niet iedereen bekend.
Triage is het belangrijkste aspect in mijn baan. Ik doe de triage voor iedereen die 112 belt, want niet iedereen die 112 belt, heeft ook daadwerkelijk ambulancezorg nodig. Daarnaast regel ik ook ambulanceritten voor patiënten die van het ene naar het andere ziekenhuis vervoerd worden, voor patiënten van huisartsen en voor patiënten in de psychiatrie. Ook spelen centralisten een coördinerende rol bij grotere incidenten als treinongelukken en grote branden.
Ik werkte eerst als verpleegkundige in het ziekenhuis. Een patiënt werkte bij de meldkamer en raadde mij aan eens te komen kijken. Dat heb ik gedaan. Ik realiseerde me dat ik geen idee had wat verpleegkundigen hier allemaal doen. Ik wist ook meteen dat ik hier ook wilde werken. De dynamiek in de kamer vond ik zo gaaf. Daar gaat een telefoon en daar moet een ambulance naar toe. In het begin was ik echt onder de indruk van de snelheid waarop centralisten handelen. Omdat ik graag meer wilde zien van de wereld dan alleen het ziekenhuis heb ik de stap gezet. Daar heb ik na bijna tien jaar nog geen dag spijt van gehad.
Centralist zijn is verplegen met je handen op je rug en je ogen dicht. Je kunt niet kijken, niet voelen en niet ruiken. Alles wat je als verpleegkundige hebt geleerd te doen bij een patiënt om informatie te winnen, kan ik niet doen. Het enige wat ik heb, is wat ik hoor. Dat is best lastig. Je kunt niet zien dat iemand klam en onderuitgezakt is. Gelukkig worden we goed getraind. We werken met het Nederlands Triage Systeem (NTS) waardoor we over het algemeen tot een goed beeld komen van wat er aan de hand is. Toch blijft het lastig, want als mensen in paniek zijn of geen goed Nederlands spreken, moet je alles uit de kast halen om aan informatie te komen. Het is de uitdaging om dan iemand tot rust te brengen en ze vast eerste hulp te laten verlenen terwijl de ambulance onderweg is.
Het leukste aspect van mijn baan is de diversiteit. Op het ene moment heb ik iemand aan de telefoon met een bloedende vinger. Het andere moment zet ik twee traumahelikopters in. En soms gebeurt er ook niks. Soms vertelt iemand dat hij zelfmoord wil plegen en een andere keer help ik een vrouw die onverwachts aan het bevallen is. Het komt allemaal langs. Wij doen alles; verloskunde, psychiatrie, neurologie, traumatologie. Breder kan een specialisme bijna niet worden.
Die veelheid betekent ook onvoorspelbaarheid. Daar moet je mee om kunnen gaan. Ik weet nooit wat er op een dag allemaal gebeurt en wanneer ik een rustmoment heb. Toch is dat voor mij niet zo erg. Een minder leuk aspect van mijn baan vind ik dat sommige mensen onterecht 112 bellen en dan ook boos worden als ik geen ambulance stuur. Soms zijn er ook mensen die geen verdere hulpverlening willen bieden. Ik probeer er dan achter te komen waarom ze niet willen helpen. Sommigen willen niet reanimeren omdat ze bang zijn dat ze moeten beademen. Dan leg ik uit dat ze alleen maar op de borst moeten drukken. Vaak zeg ik: ‘ik laat je niet alleen, we doen het samen’. Soms maak je als centralist ook echt aangrijpende dingen mee. Gelukkig kunnen we als collega’s op elkaar bouwen omdat we allemaal weten wat de impact van een melding kan zijn.
Centralisten hebben een mooi vak omdat we op de meest kwetsbare momenten in het leven van anderen binnenvallen en wat voor de ander kunnen betekenen. Soms maken we het verschil tussen leven en dood. En natuurlijk is het niet altijd zo heroïsch, maar dan nog kan ik helpen door bijvoorbeeld te zorgen voor iets minder schade bij een hartinfarct of bij brandwonden goed advies te geven en daarnaast zo snel mogelijk deskundige hulp ter plekke te krijgen. Ik zou andere verpleegkundigen echt eens aanraden bij ons te komen kijken.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account