‘Minder werkdruk lost vrijheidsbeperking niet op’

 

Staatssecretaris Bussemaker gaf hiermee afgelopen dinsdag antwoord op de
vragen van SP-kamerlid Agnes Kant, na een bericht over de vrijheidsbeperkende maatregelen. Volgens de
staatssecretaris heeft recent wetenschappelijk onderzoek door de Universiteit
van Maastricht uitgewezen dat er ‘nauwelijks een relatie is tussen werkdurk en
de wijze waarop verzorgenden bewoners verzorgen.’

 

Mobiliteit en cognitieve functies
De kans op een
toegepaste vrijheidsbeperking wordt, zo schrijft Bussemaker, bepaalt door ‘de
kenmerken van een bewoner, en dan vooral zijn mobiliteit en cognitieve
functies.’

 

Cultuurverandering
De
staatssecretaris schrijft in haar antwoord om deze reden ‘niet in te zetten’
op werkdruk, maar op de cultuur binnen de zorg. ‘Personeel is zich bijvoorbeeld
vaak niet bewust van het feit dat het gebruik van bedhekken een
vrijheidsbeperkende maatregel is.’ Bussemaker propageert een cultuurverandering
en verwijst naar het
programma Zorg voor Beter, waar men bezig is met het verspreiden van goede
voorbeelden. Bijvoorbeeld, ‘een rondje lopen en afleiden van een onrustige
bewoner in plaats hem of haar direct terug te sturen naar de kamer of te fixeren
aan het tafelblad.’

 

Maatregelen
De bewindsvrouw voert als ‘concrete’
maatregelen het verbetertraject valpreventie aan, dat zal worden uitgebreid met
goede voorbeelden voor vrijheidsbeperkingen. ‘Daarnaast zullen er aparte
verbetertrajecten starten die zich richten op de zorgverlener en met name de
bewustwording van de zorgverlener ten aanzien van het toepassen van
vrijheidsbeperkingen,’ aldus Bussemaker.

 

Wetsvoorstel
De staatssecretaris zegt bovendien de
laatste hand te leggen aan een wetsvoorstel over zorg en dwang bij mensen met
dementie of een verstandelijke handicap, ‘dat uitdrukkelijk uitgaan van het
“nee, tenzij-principe”.