Verschillende vakbonden, waaronder NU’91, gaan in juni met de werkgevers praten over het openbreken van de cao voor de vvt. Ze hopen op een inflatiecorrectie voor zorgprofessionals in de verpleeg- en verzorgingstehuizen en thuiszorg (vvt).
Vorige maand liepen verkennende gesprekken hierover op niets uit. Hoewel de cao voor de vvt nog tot eind van het jaar loopt, is een salarisverhoging volgens een persbericht van NU’91 nu al ‘keihard nodig’. Stella Salden, voorzitter van NU’91: ‘Het water staat de meeste zorgprofessionals aan de lippen. De salariscorrectie is dus geen luxe, maar broodnodig.’
Salarisverhoging
Tijdens het overleg in maart boden ActiZ en Zorgthuisnl een salarisverhoging van 10 procent voor 2023 en 2024. Salden: ‘Dat was teleurstellend, want in de huidige economie is dat veel te mager. Voor de cao in de ziekenhuizen ligt momenteel een onderhandelingsresultaat van 15 procent, dus het eerdere bod van de werkgevers in de vvt vormt dan een schril contrast.’
Welke punten nog meer?
NU’91 peilt momenteel onder haar leden welke punten nog meer besproken moeten worden. Eind mei volgt dan de pakketuitwisseling en begin juni starten de onderhandelingen tussen NU’91, de andere bonden en de werkgevers. Het streven is om voor 1 juli tot een nieuwe cao voor de vvt te komen.
Eén cao voor alle verpleegkundigen
Om gelijkheid te creëren, pleit de beroepsorganisatie daarnaast voor één cao voor alle verpleegkundigen en verzorgenden. Zo kunnen variaties, zoals salarisverschillen, recht worden getrokken. Salden: ‘Met één gezamenlijke cao, kun je dit soort ongelijkheden en achterstanden pas écht goed aanpakken. Daar blijven we ons als NU’91 voor inzetten.’
Het lijkt mij een goed plan om de CAO Ziekenhuizen en VVT gelijk te trekken. Hierdoor kan het aantrekkelijker worden om een overstap te gaan maken. Dit zal nú nog eerder van VVT naar Ziekenhuizen zijn, dan andersom, als je alleen naar het salaris kijkt tenminste.
Dit verschil in CAO’ s kan nog meer leegloop in de thuiszorg of verpleeg/verzorgingshuizen teweeg gaan brengen.
Op dit moment wordt bijvoorbeeld de ORT bij de VVT berekend over een maximale salarisschaal 20 (2949 euro), terwijl dit in de CAO Ziekenhuizen maximaal berekend wordt over schaal 32 (3695 euro). Op jaarbasis scheelt dit al snel een paar honderd euro.
Dit houdt in, dat als je een aantal jaren ervaring hebt, de ORT in de CAO VVT al snel blijft steken op schaal 20, terwijl in de CAO Ziekenhuizen de ORT voorlopig nog meegroeit tot schaal 32.
Dit alles nog los van het huidige verschil in salaris.
Hoe eerlijk wil je het hebben?
Kortom: trek de beide CAO’ s gelijk om concurrentie te voorkomen.
Warme zorg ondergewaardeerd
Het ziekenhuispersoneel staakte, en met redelijk succes: lonen worden in 3 stappen (te beginnen op 1 februari 2023; met 3%, 5% en nog eens 5%) verhoogd, koopkrachtverlies grotendeels gecompenseerd. Hoe anders is dat in andere sectoren in de zorg? Als voorbeeld: in de VVT sector (verpleeghuizen, verzorgingshuizen en thuiszorg) stijgen de lonen per 1 maart 2023 met eenmalig 3%. En dat terwijl de lonen in de ziekenhuissector altijd al hoger liggen dan binnen de VVT sector.
Het grootste deel van de zorg die in het ziekenhuis wordt geleverd, is in toenemende mate technisch en afstandelijk van aard. Specialisten zien vele patiënten: zorgmomenten zijn kort, to-the-point, en contacten worden zo snel mogelijk doorgezet naar de thuissituatie, waar de patiënt weer onder hoede valt van huisarts en thuiszorg.
Maar als ware het een doorschuifsysteem wordt hiermee ook de functie van de huisarts geleidelijk steeds technischer. Ook zij – meeste huisartsen zijn tegenwoordig vrouw – moet in steeds minder tijd steeds meer patiënten zien. Visites brengen wordt een uitzondering. Inzicht in leefomstandigheden van de patiënt en het effect daarvan op gezondheid raakt schraler. De impact die een medische diagnose op een patiënt en haar systeem heeft, kan nauwelijks nog gemonitord worden. De signalerende functie van de huisarts werkt enkel voor de patiënt die (nog) grote mate van zelfregie heeft en die zélf de stap naar de huisarts maakt.
Maar een mens zal naast technisch en fysiek gezond ook mentaal gezond moeten zijn om in het leven staande te kunnen blijven. En daar komt de warme zorg om de hoek kijken: de zorgmedewerkers die optrekken met de patiënt, die aandacht hebben op het moment dat daar behoefte aan is (en geen afspraak voor over twee weken gepland hoeft te worden), en die signaleren als dingen minder goed gaan. Die bovendien ook na werktijd zich verbonden en verantwoordelijk weten voor hun cliënten; vaak bereid om zo nodig in éigen tijd een paar stappen extra te zetten. Staken zullen ze niet doen; ze zijn vaak te bescheiden om aandacht te vragen voor zichzelf.
De warme zorg is echter meer en meer essentieel binnen de gezondheidszorg, want de technische gezondheidszorg laat patiënten steeds sneller los, en de groep zorgmijdende ouderen neemt toe. De warme zorg moet het opvangen. En de warme zorg vángt het op! Maar waar is de erkenning hiervoor? Het verschil in financiële waardering tussen de technische/medische zorg en de warme zorg is veel te groot als je het beziet in het licht van de veranderende gezondheidszorg in Nederland. Het wordt tijd dat er meer erkenning komt voor alle zorg búiten ziekenhuis en huisartsenpraktijk!
Margot Hems
Belachelijk dat men na bv
12 jaar max loonschaal heeft en niet verder stijgt naar bv
45 jaren.
DAT zou m.i. pas recht doen aan met vroeger pensioen kunnen.
Geen max 1900 bruto per maand maar dan bv 90% van het laatste loon. Schandálige regeling wat er nu is.
Ik begrijp de huidige leegloop steeds beter.
Cao VvT 2023. Pas vanaf oktober verhoging. Dan wel met terugwerkende kracht vanaf jl maart 2023 ?