Eén april is voor mij een feestdag. Leuker dan Pinksteren en Pasen bij elkaar. Leuk, omdat niemand het aan ziet komen. Natuurlijk houdt iedereen de krant in de gaten. Ieder enigszins melig bericht wordt rond deze datum niet serieus genomen. Maar mij vergeten ze.
Na zo’n drie jaar werkervaring opdoen, vond ik het tijd voor wat anders. Nee, het verplegen beviel me nog goed. Maar ik hield energie óver aan het eind van een dienst. Dus ging ik dingen uitspoken. Toen onze nachtdiensten ineens alleen moesten werken, knutselde ik een Nelly Achtzuster in elkaar. Van een uniform en een paar kussens. Nelly heeft mij en mijn collega’s nog weken gezelschap gehouden.
Op een rustige avond hebben een collega en ik het etiketapparaat van onze secretaresse eens goed bekeken. Vervolgens hebben we werkelijk ieder voorwerp op haar kantoor van een sticker voorzien. ‘Klok’, ‘raam’, ‘andere raam’. Maar dat was nog niks. Pinda’s, zo gezegd. Aan het begin van 2004 wist ik het. Waar ik naartoe wilde. Met mijn leven, met mijn carrière. Enthousiast startte ik een werkgroep op. Een collega viel mij onmiddellijk bij. Tot in de kleine uurtjes werkten we eraan. Op het werk, maar vooral ook thuis.
Operatie Kikker-in-bil was geboren. Wij gingen de ultieme poets bakken. Voorwerk bestond uit samen nachtdiensten aanvragen rond de eerste van de vierde. Daar stonk onze roosteraar gewillig in. Toen begon de pers mee te werken. Op het nieuws verschenen reportages en artikelen over SARS. Er werd gedreigd dat de ziekte onderweg was naar ons land. Wat zou er nou ‘mooier’ zijn dan een allereerst geval van de ziekte op onze longafdeling.
Wat hadden we een lol, terwijl we mondkapjes verzamelden en posters ophingen. ‘Nieuwe isolatiecode’ prijkte er fier op de deuren voor onze afdeling. Die uiteraard ineens gesloten moesten blijven. Giechelig als we waren geloofden we geen moment dat er collega’s goedgelovig mondkapjes zouden dragen. Het was immers één april.
Waar we geen rekening mee hadden gehouden, was dat geen enkele van de slaperige hoofden de datum kende bij arriveren op de werkvloer.
Mopperend werden kapjes voorgebonden. ‘Hoe moeten we nou koffie drinken?’ vroeg één slaapkop zich af. ‘Wauw, nou komen we op het nieuws,’ verzuchte een ander. Collega Kikker-in-bil en ik liepen hoe langer hoe rooier aan onder ons masker. Tot we proestend bekenden dat het allemaal niet echt was.
Eén april. Door drukte op de werkvloer is het dit jaar wat in het water gevallen. Volgend jaar echter heb ik níet net een kind gekregen. Volgend jaar heb ik weer tijd. En energie. Ik kan bijna niet wachten.
En? Wat heb jij uitgespookt op1 april (of natuurlijk jouw collega’s)?
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account