Steeds meer verpleegkundigen zetten de stap en gaan werken als zzp’er. Nursing zet de zaken op een rij die je als verpleegkundige op orde moet hebben.
Als je denkt van alle regeldruk verlost te zijn door heerlijk in alle vrijheid voor jezelf te beginnen: vergeet het. Staat de zaak eenmaal op de rails, dan is het te overzien, maar voor startende ondernemers is de hoeveelheid regels en administratie overweldigend. Om een idee te krijgen (de lijst is niet volledig):
- Inschrijving Kamer van Koophandel.
- AGB-code. Nodig om als verpleegkundige via een pgb te declareren. Daarvoor moet je het Kiwa-keurmerk aanvragen.
- De kwaliteitswet, voluit Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), benoemde in 2015 voor het eerst zelfstandige verpleegkundige als aparte categorie. Daarmee valt deze onder het toezicht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De inspectie ziet een zzp’er als ‘zorgaanbieder’. Dat betekent: net als elke zorginstelling een kwaliteitssysteem hebben. Je moet beschikken over een klachtenregeling en een eigen zorgdossier.
- Verpleegkundigen in de thuiszorg hebben te maken met ingewikkelde financieringsstromen: de gemeente (voor wmo-zorg), zorgkantoren (voor pgb via de Wet langdurige zorg) en de zorgverzekeringswet voor de wijkverpleging.
- Zit je dienst erop, dan wacht de administratie. Je moet urenstaten opstellen, rekeningen sturen, bonnen verzamelen en facturen inkloppen en o ja, de jaaropgaaf voor de belastingdienst.
- Ook acquisitie doe je zelf (marketing, website maken en bijhouden enz.)
Verzekeringen
Eén verzekering is verplicht: de beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Heb je die niet, dan kun je aangeslagen worden voor fouten en alle financiële ellende die daaruit voortvloeit. De rest: verzekeren tegen ziekte en ongevallen, sparen voor werkloosheid of pensioen; dat regel je allemaal zelf – of niet. Als zzp’ers verzekerd zijn tegen ziekte, kiezen ze meestal voor een wachttijd van een paar maanden, anders wordt de premie onbetaalbaar. Dat betekent dat je voor de eerste maanden wel een spaarpotje moet hebben.
Belastingdienst
Onder het vorige kabinet is de jacht op schijnzelfstandigen geopend. Om die beter te kunnen opsporen, is de Wet DBA in het leven groepen. In plaats van duidelijkheid bracht deze echter vooral verwarring. Minister Koolmees van Sociale Zaken beloofde daarom rust tot 2020: géén naleving, geen boetes. Maar pas op, want met of zonder Wet DBA; de controles op de belastingaangifte van zelfstandigen gaan gewoon door. Als de Belastingdienst oordeelt dat je geen ondernemer bent, moet je de fiscale aftrekposten met terugwerkende kracht terugbetalen. Zorg dus als zelfstandig ondernemer dat je de zaken goed op orde hebt en dat je overduidelijk geen werknemer bent. Houd in de gaten dat je meer opdrachtgevers hebt, draag eigen bedrijfskleding, doe niet mee aan werkoverleg of bijscholingen van de opdrachtgever. Weet je niet het helemaal zeker? Doe dan de Ondernemerscheck op de Belastingdienst.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account