Hugo stelt de zorg voor als een gezin. Mama is dokter, papa manager, en de kinderen zijn verpleegkundigen. Er is steeds vaker ruzie en dan lopen de kinderen weg van huis. Wat nu?
Papa is manager en mama is dokter. Ze zijn best streng. Altijd zijn er regels en moeten we braaf doen wat zij zeggen. Als pa zegt vul het lijstje in, dan doen we dat. En als ma zegt: geef die hoogbejaarde mevrouw een maagsonde, dan geven we die hoogbejaarde mevrouw een maagsonde.
Ze bedoelen het vast goed, papa en mama. En de regels geven duidelijkheid. Maar de laatste tijd begint het wel te irriteren. Wat is eigenlijk het nut van al die lijstjes pa? Als we dat vragen krijgen we ruzie, maar daar zijn we steeds minder bang voor. We hebben niet altijd zin in de lijstjes, en dat laten we papa weten ook.
Ook met mama hebben we steeds vaker een conflict. Ze kan zo bazig zijn. Hoezo moet zij alles beslissen? En hoezo mag zij alle belangrijke dingen doen? Wij willen ook onderzoek doen, en wij willen ook met patiënten over de toekomst praten. Waarschijnlijk voeren we dan een heel ander gesprek.
Vroeger keken we op tegen papa en mama. Maar steeds vaker vinden we hen vooral stom. Pa is alleen maar met lijstjes bezig omdat hij zichzelf belangrijk waant. Stel dat er geen lijstjes zouden zijn? Hoe erg zou dat zijn? Tja, dan heeft pa geen werk meer, maar de wereld draait gewoon door.
En mama doet wel heel gewichtig, maar eigenlijk is ze hartstikke bang voor de dood. Alsof het haar schuld is dat mensen doodgaan. Nee ma, dat zit in je hoofd. Als je nou gewoon leert accepteren dat de dood bij het leven hoort, kun je veel beter voor je patiënten zorgen. Hoe wil je eigenlijk zelf sterven? Ook met een slang in je neus?
Echt gezellig is het daardoor niet meer thuis. Er is steeds vaker ruzie en dan lopen we weg. Papa is daar vooralsnog niet gevoelig voor. Hij blijft maar vasthouden aan die domme lijstjes van hem. Hoelang ga je dat nog volhouden pa? Zie je niet dat ma het ook niet meer trekt? Mama snapt inmiddels beter dat we geen kleine kinderen meer zijn. We mogen van haar onderzoek doen en steeds vaker zelf met patiënten praten over de toekomst.
Het onbenullige is dit: zijn we eindelijk echt in gesprek met de patiënt, is het soms net alsof we ma horen praten. We zeggen precies dezelfde dingen. Vet gênant! Misschien is dat van de zenuwen. Misschien omdat patiënten opkijken tegen mama en dat we hopen dat patiënten ook tegen ons opkijken als we hetzelfde doen. Maar goed, de eerste stap naar de vrijheid is gezet. Elke dag een nieuwe kans om een eigen identiteit te ontwikkelen. En het goede nieuws: we hebben ons hele leven nog voor ons
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account