Verpleegkundige heeft geregeld disfunctionerende collega

Dat concludeert het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) na een onderzoek binnen het landelijke Panel Verpleging & Verzorging onder ruim 340 verpleegkundigen en verzorgenden.

Verslavingsproblematiek

42 procent van de deelnemers aan het onderzoek heeft het afgelopen jaar disfunctioneren ervaren of vermoed binnen de thuiszorgorganisatie. Voorbeelden van disfunctioneren zijn het afwijken van professioneel zorginhoudelijk handelen, communicatieproblemen met collega’s of cliënten, fysieke of psychische beperking van de zorgverlener, verslavingsproblematiek of fraude. In de meeste gevallen ging het om een collega die werkzaam was binnen het team. In het onderzoek geven de respondenten aan dat zij bij een vermoeden van disfunctioneren hun collega wel aanspreken, maar dit niet altijd makkelijk vinden. Vooral met het ter sprake brengen van vermoedens van fraude of verslavingsproblemen hebben zorgverleners moeite.

Behoefte aan richtlijn

Hoewel veel zorgverleners zich vanuit de organisatie gesteund voelen in het omgaan met (vermoedens van) disfunctioneren, is er nog wel behoefte aan een protocol of handleiding blijkt uit het onderzoek. ‘Om ze te ondersteunen in hun handelen als zij vermoeden dat naaste collega’s of andere zorgverleners disfunctioneren, is het van belang dat thuiszorgorganisaties en huisartsenpraktijken beleid ontwikkelen voor het omgaan met disfunctioneren en hierover communiceren binnen de organisatie’, zegt NIVEL-onderzoeker Anke de Veer. ‘Binnen dat beleid moet ook aandacht zijn voor disfunctioneren dat voortkomt uit persoonlijke problemen, zoals een verslavingsprobleem. En daarnaast, hoe je omgaat met signalen van disfunctioneren bij andere typen zorgverleners of leidinggevenden. De bestaande gezagsverhouding kan hierbij een drempel vormen.’