‘Het spijt me meneer Dekkers, dat u zo lang moest wachten. Laten we maar snel beginnen met het opnamegesprek.’
Tegenwoordig begin ik vrijwel ieder gesprek of patiëntencontact met ‘sorry’.
Sorry voor het lange wachten, voor de pijn bij verbandwisselingen, voor het vergeten kopje koffie, dat door de drukte erbij in schoot.
Ik voel me verantwoordelijk. Verantwoordelijk voor mijn eigen handelen uiteraard. Maar ook voor het handelen van mijn collega, voor het lange wachten op de dokter, voor de uitgestelde operatie, voor het feit dat ik prioriteiten moet stellen en voor de fysiotherapeut die een onvolledige rapportage heeft achtergelaten. Want hier heeft de patiënt toch geen boodschap aan.
Ik ben het aanspreekpunt voor de patiënt in mijn avonddienst. Er is niemand anders die hij om uitleg kan vragen. Maar ik kan er toch ook niks aan doen dat ik niet precies weet wat er is afgesproken omtrent verdere diagnostiek. Het staat niet duidelijk gerapporteerd. Is dat mijn fout? De fout van de dokter of van mijn collega die visite heeft gelopen? Het maakt niet uit, want ik word aangesproken. Sorry, dan maar.
Sorry, voor mijn collega, voor de dokter, sorry omdat ik het niet weet, sorry dat u hier überhaupt ligt.
Het zit in onze aard, denk ik. Excuses maken. Want wij zijn sociaal aangelegd, toch? Perfectionistisch ook. Ben ik gewoon betrokken bij mijn team of overdrijf ik? Ik wil me geregeld verantwoorden voor mijn afdeling, voor het hele ziekenhuis het liefst. Ik ben niet alleen verantwoordelijk voor mezelf, maar ook voor mijn collega, het hele team, het beleid, de Nederlandse gezondheidszorg. Toch koos ik voor dit boeiende vak… Sorry hoor!
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account