Tuchtcollege waarschuwt verpleegkundige

 

De echtgenoot van een 47-jarige vrouw belt de Centrale Post
Ambulancevervoer (CPA) omdat zijn vrouw pijn op de borst heeft en in beide
polsen. De CPA-verpleegkundige heeft geen ambulance paraat. Omdat inschakelen
van de reserve ambulance enige tijd duurt, vraagt zij de assistente van de
huisartsenpost (HAP) of de huisarts bij de vrouw langs wil gaan. De assistente
vraagt vervolgens de man en zijn zieke vrouw naar de HAP te komen. Als zij daar
arriveren is de huisarts weggeroepen in verband met een spoedgeval. De
echtgenoot rijdt door naar het ziekenhuis waar zijn vrouw overlijdt aan een
groot hartinfarct.

 

Verwijt
De Inspectie
voor de Gezondheidszorg en de echtgenoot dienen bij het Regionaal Tuchtcollege
(RTC) Zwolle een klacht in tegen de CPA-verpleegkundige. Zij verwijten de
verpleegkundige onder andere dat zij de hulpvraag onvoldoende heeft uitgediept
en aan de HAP niet duidelijk heeft gemaakt dat de hulpvraag urgent was.

 

Ongegrond
Het RTC verklaart de klacht ongegrond. In
hoger beroep oordeelt het Centraal Tuchtcollege dat de verpleegkundige de
hulpvraag beter had moeten uitdiepen. De verpleegkundige krijgt alsnog een
waarschuwing.