Wijkverpleegkundige Evelyn ziet steeds meer cliënten die tijdelijk of chronisch verward zijn. De familie maakt zich zorgen en grijpt soms naar vrijheidsbeperkende maatregelen. Evelyn doet haar best om iedereen bij te staan maar staat soms machteloos.
Mevrouw Van Dijk was eerst wat huiverig om mij voor de eerste keer binnen te laten. Inmiddels belt zij de verzorgende op als ze aan de late kant is. We kunnen niet veel voor haar betekenen. Wat sturing in het opstarten van de dag lijkt al voldoende stabiliteit te creëren. Maar langzaam aan gaat mevrouw toch wat achteruit. Familie maakt zich ernstig zorgen, zij ziet niet goed en neemt nog dagelijks aan het verkeer deel.
Steeds vaker vinden we wat bedorven voedsel, het begint er op te lijken dat mevrouw toch niet goed meer voor zichzelf kan zorgen. Familie vraagt zich steeds af waarom wij zo weinig doen. Zij willen dat mevrouw naar een verzorgingshuis kan verhuizen, maar mevrouw weigert dit pertinent.
Gelukkig is de Nederlandse wet- regelgeving zo ingesteld dat we niemand tegen zijn of haar wil kunnen laten opnemen of vrijheid beperkende maatregelen te pas en te onpas kunnen toepassen. Maar naast de familie begin ik mijzelf ook steeds meer zorgen te maken. Familie kaart steeds meer problemen aan, waarbij ik moet zeggen: het zijn onvoldoende gevaar criteria om haar tegen haar zin te laten opnemen.
Familie vraagt zich af of er dan eerst iets moet gebeuren voordat wij iets gaan doen. Ik begrijp hen maar al te goed. Zij staan machteloos en willen zo graag voor haar zorgen. Maar dat wil ik ook, alleen kan ik gewoon niets voor hen betekenen. Mevrouw mag gaan en staan waar zij wil. Ik zie ook wel de nodige risico’s hierin en tot nu toe is het allemaal nog goed gegaan. Maar ik kan op mijn vingers uittellen dat dit een keer fout gaat. En zie ik dan de krantenkoppen: Mevrouw was bij iedereen bekend en niemand deed iets.
Helaas zie ik die berichtgevingen steeds vaker. Ik zie in mijn zorgverlening ook steeds meer mensen die tijdelijk of chronisch verward raken. Zij zijn op zoek naar hun eigen woning, want daar waar ik hen bezoek is dat niet. Zij zijn op zoek naar hun eigen echtgenoot, want die meneer die naast hen zit is dat niet. Zij zijn op zoek naar hun medicijnen in het holst van de nacht.
Ik zie angst, onrust, boosheid, verdriet en onmacht. Overbelaste mantelzorgers die mij ongerust aankijken, hoe moet het nou verder? Waarbij zij als noodgreep vrijheid beperkende maatregelen toe passen of slachtoffer worden van huiselijk geweld omdat zij het niet langer trekken.
Risico’s die ik voorzie, sla ik machteloos gaande. Als wijkverpleegkundige doe ik er alles aan om mensen zolang als mogelijk veilig en verantwoord thuis te laten wonen, in goede gezondheid. Maar wanneer het moment daar komt dat een opname onvermijdelijk is staan mensen soms zo lang op de wachtlijst dat uit mijn creatieve ideeën de rek behoorlijk uit is. Het zijn ethische dilemma’s waar we als wijkverpleging steeds vaker voor staan. Ik vind het een behoorlijke uitdaging.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account