Patiënten die de hele dag op bed hangen. Het is een vertrouwd beeld waar Hugo vroeger zijn schouders voor ophaalde. Nu niet meer.
Carla Velthorst is drie dagen geleden geopereerd aan een acute blindedarmontsteking. Ze ligt op bed en leest een boek. Wanneer de laatste gift Augmentin is ingelopen mag ze naar huis. De man die naast haar ligt, Hans, ligt ook op bed. Hij bladert door de Voetbal International. Eigenlijk kan hij vandaag al met ontslag, maar omdat er niemand is die hem thuis kan ondersteunen mag hij nog een nachtje blijven. Morgen komt zijn ex over uit Rotterdam.
Patiënten die de hele dag op bed hangen. Het is een vertrouwd beeld waar ik vroeger mijn schouders over op zou halen. Nu niet meer. Ik ben ruim een jaar weggeweest uit het ziekenhuis. Eenmaal terug schrok ik me te pletter. Overal zie ik bedden. Zalen vol met bedden in keurige rijtjes. En in die bedden liggen mensen. Het blijft wonderlijk. Het bed is voor patiënten zo ongeveer de gevaarlijkste plek om te verblijven, maar als ziekenhuis drijven we mensen het bed in als vissen in een fuik. ‘Hier is uw bed’ zeggen we bij binnenkomst. Met andere woorden, ga er vooral in liggen. Voor de vorm hebben we er een stoel naast gezet. Onaantrekkelijk instellingsmeubilair waar niemand voor zijn lol in gaat zitten. De stoel een kwartslag draaien kan niet, daarvoor is de ruimte te krap. En het nachtkastje moet ook nog open kunnen.
Bedrust ligt diepgeworteld in de medische cultuur. Wie vroeger tuberculose kreeg ging naar een sanatorium om daar maanden plat op de rug te liggen. Dat mensen nog enig spierweefsel overhielden is een godswonder. Inmiddels is alles anders, antibiotica, mobilisatieschema’s, noem het allemaal maar op, alleen de infrastructuur is nog hetzelfde; het bed als de centrale plek voor de patiënt. Als we opnieuw mocht beginnen zouden we het ziekenhuis compleet anders inrichten. Misschien bouwden we dan geen ziekenhuizen meer. Maar goed, het ziekenhuis staat er nu eenmaal, wat zijn de mogelijkheden? Ik besluit erover te praten met Carla Velthorst en haar buurman Hans.
Carla is relatief jong en gezond, maar na de operatie heeft ze nog geen ontlasting gehad. De hele dag liggen helpt wat dat betreft niet, dat weet ze zelf ook. ‘Maar waar moet ik heen? Op de gang is het druk en vang ik allerlei gesprekken op die niet voor mij bestemd zijn. Het restaurant beneden is weinig uitnodigend. Ik voel me bekeken met mijn infuuspaal en kamerjas. Dus ga ik op bed liggen. Dat is de enige plek die echt van mij is. Waarom creëert het ziekenhuis niet een mooie wandelroute voor patiënten? Met interessante kunst en grote natuurfoto’s?’
‘Ja!’ zegt Hans. Hij kreunt van de pijn als hij opveert. Ook hij heeft, gezien zijn opiatengebruik, alle reden om het bed uit te komen. ‘Een wandelroute door het ziekenhuis, dat zou echt top zijn. Met een koffiecorner in het midden die alleen voor patiënten bedoeld is en af en toe een comfortabele bank om uit te rusten.’ Ik vind het een uitstekend idee en beloof er werk van te maken. Bij deze.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account