Een ambulanceverpleegkundige onderzoekt een patiënt niet volledig vanwege zeer moeizame omstandigheden. De ernstig gewonde patiënt is onrustig en agressief en moet door drie politie-agenten onder controle worden gehouden. De man overlijdt ter plaatse.
Er wordt een klacht tegen de verpleegkundige ingediend wegens het niet volledig uitvoeren van lichamelijk onderzoek en het niet naleven van het protocol ‘Onrust’. Het regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven oordeelt dat de verpleegkundige gezien de omstandigheden juist heeft gehandeld en verklaart de klacht ongegrond.
Geen werktuimte
Uit het relaas van de betrokkenen leidt het tuchtcollege af dat de verpleegkundige geen mogelijkheid had om een volledig onderzoek te verrichten. De patiënt lag op een tussenplateau van een nauw trappenhuis in een flatgebouw. Er waren drie agenten nodig om de patiënt, die al geboeid was, onder controle te krijgen en te houden. Een agent drukte een schild tegen de romp van de patiënt, een agent stond met zijn schoen op zijn hoofd/hals gebied en de derde fixeerde beide benen. De verpleegkundige had geen werkruimte om een volledig lichamelijk onderzoek te verrichten en de agenten weigerden om ruimte te maken.
Sederen
Om de patiënt te sederen heeft de verpleegkundige Midazolam toegediend. Hierna hebben de verpleegkundige en een collega van de rapid responder dienst de agenten moeten overreden om de patiënt los te laten. Nadat dit was gebeurd, bleek dat patiënt niet meer ademde en is – zonder resultaat – gepoogd hem te reanimeren.
Protocol onrust
Het tweede deel van de aanklacht gaat over het niet naleven van het protocol ‘Onrust’: de verpleegkundige zou de benzodiazepine hebben toegediend op verzoek van de politie, zonder de al genoemde noodzakelijke onderzoeken te verrichten. Verder betrof de klacht de hoeveelheid die is toegediend (5 mg Midazolam intramusculair). Ook deze klacht is ongegrond verklaard.
Dosering
Gezien de omstandigheden was alleen intramusculaire toediening mogelijk. De verpleegkundige gaf een hogere dosering omdat van een, volgens protocol, lagere dosering geen voldoende effect op korte termijn was te verwachten. Bij zijn besluit hield de verpleegkundige er rekening mee dat er medische complicaties zouden kunnen ontstaan. ‘Hoewel verweerder die kans gering achtte, was hij voldoende geëquipeerd om mogelijke complicaties het hoofd te kunnen bieden’, aldus het tuchtcollege. Het college oordeelt dat de verpleegkundige weliswaar ‘niet naar de letter van het protocol heeft gehandeld, maar wel naar de geest’.
Voor de volledige uitspraak zie: tuchtrecht.overheid.nl
redactie TvZ / Esther van Heeswijk
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account