Terwijl ik dit schrijf is het het prille begin van 1 april. Ik heb nachtdienst en heb zin om te spoken.
Het heeft nogal wat voeten in de aarde; een 1 aprilgrap. Ik houd zelf niet van vernederende of gemene streken. Mijn collega’s moeten er zonder (veel) kleerscheuren vanaf komen. Ik hoorde eens een verhaal van een verpleegkundige die in haar eentje een overleden patiënt naar het mortuarium bracht. Onderweg ging de overledene plotseling rechtop zitten. Degene onder het laken bleek niet de patiënt maar een ‘lollige’ collega. Dat vind ik dus niet grappig.
Ik zit meer te denken aan een spoedopname. Een Nederlandse Japan-correspondent, die geëvacueerd is na de ramp. Toen hij gister last kreeg van haaruitval en rare wonden op handen en gezicht, spoedde hij zich naar de Spoedeisende Hulp. Hals over kop verwees de arts ter plaatse de gloeiende man door naar mijn afdeling. Onder mijn nachtzustervleugels kreeg hij een eenpersoonskamer. Vandaag overdag zal de stralingshoeveelheid gemeten worden rond zijn lichaam.
Zouden mijn collega’s de kamer durven betreden, terwijl op de deur een grote sticker prijkt met een geel logo, als bewijs van nucleariteit? Zouden ze er achteraf om kunnen lachen dat ik Greenpeace heb benaderd voor zo’n gele sticker? En de SEH voor het creëren van een niet bestaand persoon in het ziekenhuissysteem? En mijn collega voor het schrijven van de rapportage en andere onwaarheden?
Voor mij geen folie over de toiletbril en geen stroop aan de deurkruk. Ik bel het avondhoofd (met klompen) dat haar veter los zit en herhaal de grap nog eens tegen een slaapdronken patiënt op blote voeten. Die kijkt naar zijn tenen en dan weer naar mij. ‘Heeft zuster last van hasusinaties?’ vraagt hij en dat maakt dan mijn 1 aprilnacht tot een geslaagd eind.
Welterusten!
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account