Hoop is voor de verpleegkundige iets heel anders dan voor een patiënt.
Deze wijsheid kreeg ik afgelopen dinsdag mee tijdens het jaarlijks symposium van V&VN Palliatieve verpleegkundigen.
‘Hoop doet leven, al is het maar voor even’ is de titel van de presentatie die verpleegkundig specialist Corine Nierop-van Baalen die dag gaf. Zij verricht op het ogenblik een promotie onderzoek naar het gebruik van hoop bij mensen met kanker.
Als verpleegkundigen kennen wij allemaal de terminale patiënten die zich vastklampen aan elke strohalm. Dit was Corine ook opgevallen bij een onderzoek naar patiënten bij een fase-1 onderzoek.
Wij hebben allemaal de neiging om patiënten met hun neus op de feiten te drukken. Ook ik denk wel eens: ‘deze man of vrouw ontkent dat hij ernstig ziek is en spoedig dood gaat’. Hoop is voor verpleegkundigen en verzorgenden vaak gericht op feiten, op kansen. Hoop voor terminale patiënten is vaak functioneel. Op die manier houden ze een behandeling vol, kunnen ze beter omgaan met lichamelijke aftakeling, en het maakt ook het genieten in het heden mogelijk.
Wat moet je dan doen als je van die – naar jouw idee irreële – uitspraken hoort? Eigenlijk heel simpel: je hoeft iemands hoop niet te ontnemen. Ga mee met de hoop zonder de feiten te verloochenen.
Doe dus niet zoals ik recent een hulpverlener hoorde zeggen bij een cliënt : ‘Ja maar de dokter zegt dat u nog maar twee maanden te leven hebt’. Echt, dat weet die cliënt ook wel. Daar hoef je hem echt niet aan te herinneren. Hij staat ermee op en hij gaat ermee naar bed. Maar hoop zorgt ervoor dat hij het volhoudt.
Een opmerking die Corine in haar onderzoek hoorde, en waarmee ze haar presentatie afsloot, geeft het wel heel erg mooi weer: ‘Het is alsof je langs een ravijn loopt op een weg, waarvan je niet weet wanneer de weg ophoudt. Maar je loopt wel in de zon.”
En zo is het maar net!
Herken jij ze ook, die cliënten met hun hoopvolle verhalen?
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account