In Nederland is het de arts die bepaalt of het tot een gesprek komt over reanimatie. Het Albert Schweitzer ziekenhuis breekt in een proef met die traditie. Een goede zaak.
Vroeger was de dokter almachtig. Hij stelde de behandeling vast. Hij bepaalde wat wel of niet met de patiënt besproken zou worden. Er werd heel wat afgelogen. Als kanker ongeneeslijk was hield de dokter dat het liefste stil. Slecht nieuws zou de motivatie van de patiënt voor de volgende chemokuur aan kunnen tasten.
De Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) heeft daar gelukkig verandering in gebracht. De essentie van de wet is simpel: de arts legt de patiënt een aantal behandelmogelijkheden voor en laat de keuze aan de patiënt. Informed consent noemen we dat. Liegen is uit den boze, net als het achterhouden van relevante informatie. Als de patiënt een behandeling weigert heeft de arts dat te respecteren.
In de praktijk zien we dat de WGBO behoorlijk functioneert. Alle behandelingen worden door de arts uitgebreid besproken met de patiënt. Alle behandelingen? Nee. Om onduidelijke redenen heeft reanimatie zich vooralsnog onttrokken aan de WGBO.
In ziekenhuizen wordt het het reanimatiebeleid bij opname vastgelegd in het dossier. Het is gebruikelijk om de patiënt hierover niet te informeren. Pas als de arts denkt dat reanimatie zinloos is moet hij daarover in gesprek met de patiënt. Probleem is dat artsen een gesprek over reanimatie het liefst uit de weg gaan.
In de praktijk zijn het vrijwel altijd verpleegkundigen die het reanimatiebeleid aankaarten bij de arts. Meestal gaat het om ernstig zieke mensen met een matige prognose. Het gebeurt echter regelmatig dat verpleegkundigen door de arts worden afgepoeierd met zwakke argumenten. ‘Er wordt nog gewoon behandeld’, of ‘leeftijd mag geen rol spelen’. Soms krijg je als verpleegkundige te horen dat je maar een extra rondje moet lopen als het er van komt.
Het resultaat van deze struisvogelpolitiek is niet mis. Ernstig zieke, vaak hoog bejaarde mensen ondergaan nog altijd schier kansloze reanimaties terwijl zij daar niet voor hebben gekozen. Verpleegkundigen raken getraumatiseerd omdat zij niet achter hun handelen staan.
De proef in het Albert Schweitzer ziekenhuis brengt verandering. Alle patiënten krijgen voor opname een folder waarin informatie staat over het reanimatiebeleid. We lezen over de beperkte kans op succes en over het risico op hersenschade. Voor vragen over het reanimatiebeleid kan de patiënt altijd bij de arts of verpleegkundige terecht. Over medisch zinloze reanimaties is de folder glashelder: die zijn bij Wet verboden.
Wanneer de patiënt kiest om niet gereanimeerd te worden krijgt hij een rood bandje om, in plaats van een witte. Dit zichtbare onderscheid roept bij sommige mensen vragen op over de privacy. Voor mij zijn de informatiefolder en de keuze die de patiënt wordt voorgelegd veel belangrijker dan de discussie over de privacy. Eindelijk valt ook reanimatie onder de WGBO.
Wel of niet reanimeren? Patiëntenfolder Albert Schweitzer Ziekenhuis.
Hugo van der Wedden is verpleegkundige en medisch socioloog. Hij deed onderzoek naar reanimatie en de ziekte van Alzheimer. Momenteel schrijft hij een boek over stervensrituelen. www.hugovanderwedden.nl | Twitter: @hugovdwedden
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account