Hanneke Ikking is verpleegkundige en mantelzorger van haar dementerende moeder. Zij schrijft over haar ervaringen met de thuiszorg en de verpleeghuiszorg.
De vakantietijd breekt weer aan. Samen met dochter- en zoonlief maak ik een ‘bezoekschema’ voor mijn moeder, zodat ze toch twee keer per week minimaal mij of een van de kleinkinderen ziet. Wij bevoorraden haar nog steeds met sigaretten en poezenbenodigdheden, zoals eten en kattengrit. Als een van ons bij moeder is verschonen wij de kattenbak, maken de etensbakjes schoon en vullen die weer met vers eten. Moeder geeft de poes zelf ook nog wel eten, maar gooit nat- en droogvoer bij elkaar in een bakje en maakt de bakjes ook niet goed meer schoon.
Het lijkt alsof niet alleen de Alzheimer haar het goed verzorgen van haar poes belet, maar ook de maculadegeneratie waar ze al een aantal jaren last van heeft. Eigenlijk heeft moeder het minst last van haar COPD. Met mijn dochter ‘doet’ ze, met rollator, nog graag een winkelstraatje en gaat dan even bij Albert Heijn de broodnodige boodschappen doen. Onderweg wordt er, als het weer het toe laat, wel even gerust op een bankje. Mijn dochter zegt dan dat zij even wil rusten, dat ze een beetje moe is. Natuurlijk gunt oma haar haar rust en gaat dan even naast haar zitten. Kortademig is ze eigenlijk niet, tenminste, wij merken er niet veel van. Het valt wel op dat ze geen hooggesloten kleding meer draagt en dat het raam van haar kamer verder dan vroeger open staat. Natuurlijk, moeder is snel moe maar gaat, als zij zo doorgaat, de 87 jaar halen!
Waar moeder wel last van heeft is de onrust en soms zelfs angst dat haar spullen gestolen worden. Door de Alzheimer kunnen mensen wantrouwend worden en dat wantrouwen speelt haar steeds meer parten. Gelukkig kan ik moeder als ik bij haar kom of haar ’s avonds bel, gerust stellen wat betreft haar geld of de voorraad sigaretten, maar toch… Soms is ook haar breiwerk weg, of haar afstandsbediening van de televisie. Tegen mijn zoon zei zij: ‘Die hebben ze zeker meegenomen om even te gebruiken, moeten ze wel tegen mij zeggen, dan vind ik het niet erg. Maar ja, morgen zullen ze het wel weer terugbrengen, denk je niet?’ ‘Natuurlijk oma, dat doen ze vast wel’, probeert zoonlief haar dan gerust te stellen. Waarna de afstandsbediening, het breiwerk, haar pakje sigaretten of haar portemonnee de volgende dag weer terecht zijn, compleet met de oorspronkelijke inhoud.
Als ik terug ben van vakantie en mijn mail open vind ik een berichtje van de evv’er, dat het op zich goed gaat met moeder. Dat ze ’s morgens lang op bed blijft liggen, maar wel altijd haar ontbijt op eet, dat ze veel rookt (de sigaretten liggen regelmatig aangestoken, maar niet opgerookt in de asbak) en dat moeder vaak komt vragen om een pakje sigaretten. Soms weigert de verzorgende haar er een te geven omdat ze er net een gehad heeft. Maar, zo zegt de evv’er in haar mail, ‘die heeft je moeder dan verstopt in haar kamer en als we dan met haar meelopen dan vinden we het pakje samen wel.’ Dat woordje verstoppen doet mij pijn, het klinkt alsof moeder de verzorging in de maling wil nemen. Niets is minder waar. Moeder is bang dat het gestolen wordt, verstopt het en is 5 minuten later alles vergeten en gaat dan vragen om een nieuw pakje sigaretten. Mijn pijn heeft te maken met mijn pijn om de Alzheimer van moeder, die haar zo erg parten gaat spelen en met het feit dat ik zo graag wil dat iedereen de motieven van moeder om iets te ‘verstoppen’ snapt. Soms zit het in een klein iets, bedenk ik mij nu, als de evv’er het woordje verstoppen tussen aanhalingstekens zet, kan ik daaruit concluderen dat zij moeder en haar ziekte en angsten begrijpt…
Hanneke Ikking is verpleegkundige en mantelzorger van haar dementerende moeder. Zij schrijft over haar ervaringen met de thuiszorg en de verpleeghuiszorg.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account