Ik kreeg een telefoontje van iemand die een aantal jaren geleden mijn stagiaire was. Ze vroeg of ze lang mocht komen.
Ik zie haar nog voor me, de eerste dag op stage waar ze heel aarzelend mij een hand gaf. Met twee grote ogen waar van alles in af te lezen viel; nieuwsgierigheid, angst voor het onbekende maar ook een blik van ‘kom maar op’. Superjong en onervaren en met een ongelofelijke wil om er wat van te maken.
Uitdaging
Voor mij was ze een uitdaging, want zoals ze het zelf zei, moest ze af en toe een schop onder d’r kont hebben. Haar eerste werkzaamheden waren vooral gericht op de dingen rondom de adl-zorg. Ik weet nog hoe trots ze was toen ze een bed had verschoond. Voor haar was het helemaal goed gedaan. Toen ik het opgemaakte bed zag, wist ik dat er werk aan de winkel was:de lakens waren niet netjes ingestopt en het sprei lag met de mooie kant naar beneden op het bed. Ook werkte ze in het begin van haar stage chaotisch: bij het wasgoed opruimen was het voor haar voldoende als het in de linnenkast lag. Maar ze was ook supergemotiveerd, volgde alle adviezen op en zo kwam ze stapje voor stapje dichter bij haar doel, het papiertje wat ze zo graag wilde hebben.
Schopje
De stageperiode verliep met pieken en dalen. Ze had iets waardoor ik in haar bleef geloven en ik gaf haar inderdaad als dat nodig was, een schopje onder haar billen. En het bijzondere was dan dat ze mij ervoor bedankte. Het was een vrolijke meid, heel sociaal en begaan met de bewoners. De cliënten waren ook heel gek met haar. Dat papiertje heeft ze gehaald, en inmiddels werkt ze als verzorgende bij de concurrent. Leuk dat ze langs komt, ik kijk ernaar uit.
Lees ook van Conny:
- ‘Mijn stagiaire verpleegkunde is wel héél onhandig’
- ‘Stagiaires worden steeds mondiger’
- ‘Het begeleiden van stagiaires is niet voor iedereen weggelegd’
- ‘Mijn stagiaire had enorme faalangst’
- ‘Mijn stagiaires hebben vaak geen goed beeld van de zorg‘
Lees ook:
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account