Verpleegkundige Dianne Ooms-Van Harten studeerde af voor verplegingswetenschappen met een onderzoek naar de kennis van verpleegkundigen over een delier. Naar aanleiding hiervan zet ze vijf wetenswaardigheden op een rij, die alle verpleegkundigen zouden moeten weten.
1. Screeningsinstrumenten – ‘Er zijn verschillende instrumenten om delier te screenen bij een patiënt. De bekendste drie zijn de DOS-schaal (Delirium Observatie Screening), de CAM (Confusion Assessment Method) en de NEECHAM confusion scale. Elke verpleegkundige zou bekend moeten zijn met tenminste één van deze instrumenten, en moet deze toe kunnen passen.’ Door vroegtijdige signalering kun je ook vroegtijdig op zoek naar de onderliggende oorzaak. En hiermee kun je mogelijk complicaties voorkomen en ernst en duur van het delier doen afnemen.
2. Weten hoe vaak een delier voorkomt – ‘Tussen de 15 tot 50% van de patiënten krijgt een delier. Uit mijn onderzoek blijkt dat de meeste verpleegkundigen denken dat een delier bij minder dan 10% van de patiënten voorkomt. Dat is in werkelijkheid aanzienlijk meer, dus alertheid is geboden.’
3. Weten dat de gevolgen van een delier groot zijn voor je patiënt – ‘Soms lijkt een patiënt alleen wat in zichzelf gekeerd bij een delier, maar er gebeurt veel meer met hem/haar: het veroorzaakt gevoelens van angst, eenzaamheid, en de morbiditeit en mortaliteit stijgt aanzienlijk onder deze groep patiënten. Patiënten hebben een verlengde opnameduur en een verhoogde kans op plaatsing in een zorginstelling en zijn na 6 maanden vaak nog ADL-afhankelijker dan patiënten die geen delier hebben gehad.’
4. Op de hoogte zijn van de richtlijn die je ziekenhuis hanteert – ‘Alle ziekenhuizen hebben een heldere richtlijn over delier, waar veel informatie in staat. Helaas kijken verpleegkundigen hier maar weinig naar. Zonde, want er staat zoveel in waar je gebruik van kunt maken bij je werk.’
5. Van de ontwikkelde delieren is ongeveer 40% te voorkomen – ‘Als je de juiste interventies toepast, kun je een delier bij de patiënt voorkomen of de gevolgen verkleinen. Belangrijk hierbij zijn onder andere een duidelijk dag- nachtritme creëren, oriëntatiebevorderende maatregelen nemen, familieparticipatie inzetten, een goede vocht- en voedingsbalans en adequate pijnstilling geven.’
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account