Wil jij weten hoe het met je medicatiekennis staat? Dit keer in de Medicijnquiz: Insuline via het infuus.
Casus
Vanwege haar diabetes wordt mevrouw Jager de dag voor haar colonscopie opgenomen in het ziekenhuis. ’s Middags start zij met laxantia (Colofort®) en mag zij vanaf 15.00 uur niets meer eten of drinken. Beide dagen worden dagcurves geprikt. De arts schrijft een infuus met glucose 5% en een infuus met een kortwerkende insuline (Actrapid®) voor. Op geleide van gemeten bloedsuikers wordt de inloopsnelheid bijgesteld. Mevrouw Jager mag haar eigen insulines niet doorgebruiken.
Mevrouw krijgt de ochtend van de scopie een infuus met glucose 5%. De arts adviseert daarnaast de middellangwerkende insuline Insulatard® te spuiten, in plaats van de eigen medicatie (NovoMix®, een combinatie van kort- en middellangwerkende insuline).
Vragen:
1. Waarom krijgt mevrouw Jager een glucose-infuus?
a) Om het niet-eten te compenseren.
b) Glucose ontspant de darmen en vergemakkelijkt de colonscopie.
c) Glucose heeft geen therapeutische waarde.
d) Glucose geeft energie en maakt dat nuchtere patiënten zich minder ‘flauw’ voelen.
2. Wanneer stopt een glucose-infuus?
a) Zodra de scopie voorbij is.
b) Zodra de glucosewaarden zijn genormaliseerd.
c) Zodra de patiënt weer normaal heeft gegeten.
d) Zodra de patiënt weer gaat eten.
3. Wat zijn de voordelen van een (tijdelijk) Actrapid®-infuus boven subcutane injecties?
a) Je hoeft de patiënt maar één keer te prikken.
b) Bij intraveneuze toediening is minder actrapid nodig voor hetzelfde effect, dus minder bezwaarlijk voor het lichaam.
c) Glucosewaarden zijn intraveneus gemakkelijker bij te stellen dan met subcutane injecties.
d) Alle antwoorden zijn juist.
4. Mevrouw Jager heeft een Actrapid®-infuus. Om 10.00 uur is haar bloedsuiker 20.4, de toedieningssnelheid is dan 2 EH/uur. Om 12.00 uur is de bloedsuiker 9.1 mmol/l. In het dossier heeft de arts geschreven: ‘bloedsuikers tussen 5 en 10 mmol/l niet doorbellen’. Wat doe je nu?
a) Ik bel alle bloedsuikers door als actrapid intraveneus wordt toegediend.
b) Ik bel dit bloedsuiker niet door, want hij ligt tussen de 5 en 10 mmol/l.
c) Ik prik over een uur nog een bloedsuiker.
d) In dit geval bel ik de bloedsuiker door, anders komt het niet goed.
5. Mevrouw Jager heeft ook ’s nachts nog een Actrapid®-infuus. Zijn observaties en acties ’s nachts anders?
a) Ja, want ’s nachts is een lichaam extra gevoelig voor insuline.
b) Ja, want ’s nachts herken je een hypoglykemie minder snel. Een bloedsuiker kan dan beter te hoog zijn, dus de Actrapid®-pompstand moet worden verlaagd.
c) Ja, tijdens het slapen, in volledig ontspannen toestand, zakken suikers sneller.
d) Nee, Actrapid® werkt overdag hetzelfde als ’s nachts.
Met dank aan Mariëlle Wijmenga, diabetesverpleegkundige Medisch Centrum Leeuwarden.
Antwoorden:
1 c. Een NaCl-infuus kan ook, maar bij een hypoglykemie werkt glucose uiteraard beter. Een infuus is van belang om een goed doorgankelijke intraveneuze weg te hebben, zodat je in geval van een ernstige hypo- of hyperglykemie onmiddellijk hogere concentraties glucose of juist insulines kunt toedienen.
2 c.
3 c. Subcutaan toegediende insulines werken langzamer dan intraveneus toegediende. Intraveneus werken alle insulinesoorten even snel en is de kans op schommelingen kleiner. Zodra je intraveneus een toedieningssnelheid wijzigt, reageert het bloedsuikergehalte meteen. Controleer geregeld of het infuus niet subcutaan loopt, omdat het effect van de insuline dan fors vermindert en onvoorspelbaarder wordt.
4 d. De glucosewaarde van mevrouw Jager is in korte tijd sterk gedaald. Behoudt het Actrapid®-infuus dezelfde inloopsnelheid, dan zal deze met dezelfde snelheid verder dalen.
5 a. In de nacht is de insulineresistentie het minst (dus de insulinegevoeligheid het grootst), met name rond 3.00 uur.
Door: Sandra Hansma, verpleegkundige
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account