Er kwam eens een man op bezoek. Vriendelijk groette hij de mensen in de bedden en hun bezoek. Hij bracht nog een compliment over een vrolijk gekleurd boeket naast de dame bij het raam.
Ondertussen liep hij om een leeg bed, opende een laatje en deelde mee naar de geïnteresseerde ooggetuigen, dat hij even de portemonnee moest halen van zijn vader, ‘die wou een gebakje,’ lachte hij. De zaalgenoten lachten mee, maar de patiënt uit het lege bed, bleek geen gebakje of zoon te hebben.
Wij troffen ooit een nachtkastje vol recorders. Dokters dicteren hun bevindingen per patiënt in zo’n ding. De bandjes worden op een poli uitgetypt. ‘Meneer Zanduil-komma, geboren 28-streep-9-streep-1938-komma, opgenomen vanwege een COPD-streep-exacerbatie-punt.’ De patiënt die ontkende dat hij de apparaatjes gestolen had, was te beluisteren op meerder bandjes: ‘Het is nacht en donker en stil in het ziekenhuis…’
Patiënten komen het ziekenhuis binnen met een pyjama, gloednieuw ondergoed en een portemonnee vol geld. Ze dragen hun sieraden, als thuis. Tot een zuster zegt dat ringen af moeten. Geld verdwijnt in een nachtkast of kontzak van een spijkerbroek over de rugleuning van een stoel; voor het grijpen.
Ik waarschuw iedere patiënt: geef sieraden en geld mee naar huis, met iemand die u vertrouwt. ‘Ik verschijn gratis aan uw bed. Een paar euro voor een krant of gevulde koek volstaat. Want er zijn werkelijk mensen die van de zieken stelen. Die doelbewust een ziekenhuis bezoeken voor de buit, in plaats van voor een familielid.
Soms kunnen we ook wel lachen om diefstal. Zo zijn we ooit een kunstgebit kwijt geweest. De delirante eigenaar beschuldigde de buurvrouw. Achteraf vond de echtgenote van de gebitloze patiënt een stel tanden in een stapel onderbroeken. Niks aan de hand.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account