Sandra spreekt een collega uit een ander deel van het land en komt tot verrassende inzichten.
Ik spreek een collega uit een ander ziekenhuis. Zij komt ook uit een ander deel van het land. Zij leest geregeld mijn blogs mee en verwondert zich dan over mijn werkdruk. Bij haar is dat allemaal toch anders, zegt zij. Beter, denkt zij. Bij haar krijgen patiënten een cijfer: zorgzwaarte. En die punten worden opgeteld. Elke verpleegkundige krijgt niet meer dan zoveel punten onder haar vleugels. Dus bij een hogere zorgzwaarte, krijg je minder patiënten. Wauw. Wil ik ook. Bij ons wordt ook gekeken naar zorgzwaarte. Maar niet zo concreet. ‘Vertel meer’, zeg ik en zij praat en praat.
Ze vertelt dat ze ooit een onprettige sfeer ervaarde op haar afdeling. Negatieve kritieken kreeg van een leidinggevende. Haar kritische blik werd gezien als storend en dat moest anders. Maar zij wilde geen mak schaap worden. Zij wilde problemen aanpakken, vragen stellen, verder kijken en vond dat dat niet op prijs werd gesteld op deze afdeling. ‘Weet je wat’, had ze gezegd tegen haar leidinggevende, ‘ik denk dat we hier beiden niet gelukkig van worden. Laten we er gewoon mee stoppen. Per direct’. En ze had ander werk gezocht. Mijn mond valt open. En je verantwoordelijkheden dan? De patiënten die je de volgende dag of week had moeten verplegen? Had dit geen juridische gevolgen? Financieel dan? Ze had immers geen idee wat er kwam na dat gesprek. ‘Wel’, zei zij, ‘rust. En in ieder geval een betere werkomgeving’.
Ik blijf stil. Stil geschrokken, maar stiekem ook stil uit bewondering. Gewoon het onzekere tegemoet, omdat je anders dagelijks iets doet tegen je zin…En ik vraag me af: zitten we – als hardwerkende verpleegkundigen – niet veel teveel vast aan zekerheden? Nee, u moet nu niet massaal uw werk neerleggen. Maar iets meer wagen, dreigen, overtuigen?
Ik las reacties op Facebook onder mijn blog over Hugo Borst. Verpleegkundigen vonden het belachelijk dat we BN’ers nodig hadden om iets gedaan te krijgen. Is het ook. Dus nu… aan u, verpleegkundigen, de schone taak om voor uzelf eens kritisch na te denken: wat wil ik halen uit mijn jaargesprek en afdeling, de zorg die ik bied, mijn team, mijn diploma, mezelf? Misschien is dit wat verpleegkundigen beperkt in hun overredingskracht.
Hugo Borst kreeg, gewapend met zijn hart en zijn pen, 100 miljoen euro extra voor elkaar voor de verpleeghuiszorg. Sandra vindt dat geweldig.
Ik vraag me af: waarom lukt het artsen wel om voor zichzelf op te komen? Naar andere disciplines of de directie? Zijn zij intelligenter? Meer één groep, dus gemakkelijker te organiseren? Of maken zij misschien gebruik van hun status, hun aanzien? En waarom hebben wij dan die status niet? Misschien moet je status over jezelf afroepen. Misschien krijgt je vak meer aanzien, als je er zelf trotser op bent. Als je zelf in intelligente bewoordingen kunt samenvatten waarom. Zoals artsen dat doen. Misschien moeten wij – niet-BN’ers – dat ook gewoon gaan doen. Allemaal. Misschien moeten we anderen vertellen wat we waard zijn, alleen én samen. Familie, maar ook leidinggevenden, directeuren. Misschien moeten we iets meer bluffen, durven, doen.
De collega die ik sprak heeft nu een heel andere baan. Uitdagend, waardoor haar ‘storende’ kritische eigenschappen juist heel handige gereedschappen bleken. Zij heeft gewoon een baan. Een inkomen. Zekerheid dus. Maar ze is ook trots op zichzelf, dat ze dat voor elkaar gevochten heeft. Ze is tevreden. En jij?
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account