Zzp’er en Nursing-expert Annelies Blekman interviewde voor Nursing Annemie Delissen. Zij is zzp’er in de zorg en deed mee aan de pilot van het UVIT. Met Annelies deelt ze haar bevindingen.
Door: Annelies Blekman
‘We zijn veel obstakels tegengekomen in de pilot. Van tevoren was er vrijwel niets geregeld. Alle problemen, moesten terloops geregeld worden. Dat maakte het allemaal extra lastig. Er gingen een hoop extra uren in de pilot zitten. Vrije tijd werd een zeldzaamheid.’
Annemie Delissen werkt al jaren zelfstandig via haar ‘Verpleegkundige Zorg Praktijk’ voor pgb-cliënten. Ze ervaarde de nieuwe werkzaamheden binnen deze pilot als een zware klus. ‘Het leek alsof ik een tweede bedrijf moest oprichten. Er moesten veel dingen worden geregeld, zoals het zelf maken van verpleegdossiers. Er was geen standaard dossier voor handen, dat ik kon gebruiken. Iedereen maakte dus zelf een dossier, wat niet altijd even volledig was. Veel materialen, bijvoorbeeld handschoenen, moesten we zelf betalen, die zaten niet bij ons tarief in, net als de kilometervergoeding.’
Roosteren
Annemie werkte tijdens de pilot samen met een collega-zzp’er, die via de pilot in hetzelfde gebied werkte. Ze sloten de zorgtijden van hun cliënten op elkaar aan, zodat ze geen ‘gatenkaas’ rooster kregen.
Het verwerven van cliënten viel verder erg tegen. ‘Het kost erg veel tijd, terwijl er maar weinig cliënten daadwerkelijk richting de zzp’ers stromen, bijvoorbeeld via de transferverpleegkundige van het ziekenhuis. Zowel het ziekenhuis als de regionale thuiszorgorganisatie bleken niet echt happig op concurrentie. De cliënten werden over het algemeen gewoon doorverwezen naar hun eigen thuiszorgorganisatie. Cliënten die wél bij ons kwamen waren de moeilijkere cliënten.’ Toch nam Annemie niet alle cliënten die ze ‘aangeboden’ kreeg via het zorgkantoor aan. ‘Cliënten, die bijvoorbeeld vier keer daags zorg nodig hebben, vallen voor een zzp’er niet in te plannen. Voor thuiszorgorganisaties is dit al moeilijk, laat staan voor ons.’
Door het gebrek aan cliënten ontstond veel onderlinge concurrentie. ‘De waarneming, die onderling geregeld diende te worden, verliep daardoor ook niet soepel. Men was bang, dat men elkaars’ cliënten zou over nemen. Ook bleek men, in de loop van de pilot, een verschil in visie te hebben, namelijk op cliënt gericht werken en wat precies kwaliteit van zorg is.’
Tegenvallende inkomsten
Door mee te doen aan de pilot heeft Annemie sommige pgb-cliënten overgedragen aan collega’s, die niet mee deden met de pilot. ‘Ik wilde ruimte en tijd vrij maken om cliënten met AWBZ zorg in natura, te werven. Maar doordat er uiteindelijk maar weinig van zulke cliënten voor de zzp’ers kozen, vielen mijn inkomsten nu erg tegen.’
De zzp’ers kregen 75 procent van het tarief dat de thuiszorgorganisatie ontvangt voor de zorgverlening. De motivatie was dat zij weinig overhead kosten hebben. Dat betekent ongeveer 36,60 euro voor verzorging en 54,65 voor verpleging. Maar in deze pilot bleken ze veel onbetaalde uren kwijt te zijn en daarnaast ook nog eens redelijk wat kosten te hebben gemaakt. Ook kwamen de inkomsten met vertraging binnen via het zorgkantoor. Heel anders dan bij de pgb-zorg. Annemie gaf aan dat ze de eerste 3 maanden bijna geen inkomsten had via de zorg in natura. Pas in de vierde en laatste maand had ze eindelijk een inkomen er uit, zij het wel een minimumloon inkomen.
Annemie had liever gezien dat de zzp’ers elk startgeld zouden hebben ontvangen, zodat ze al deze zaken hadden kunnen bekostigen. Nu heeft zij zelf flink wat spaargeld moeten investeren in deze pilot. Ook moesten de kosten van het verplichte lidmaatschap van het keurmerk en de klachtenregeling zelf worden opgebracht. ‘Ook had ik het eerlijker gevonden, wanneer er een verschil in beloning was geweest voor de verpleegkundigen en verzorgenden, want er is ook een verschil in opleiding.’
Automatisering en stress
De zzp’ers moesten de zorg die zij verleenden zelf declareren, via een centraal computersysteem. Dit kostte erg veel tijd en verliep niet altijd gesmeerd. Zo kwam het wel eens voor dat een AGB-code niet geaccepteerd werd. Na enig uitzoekwerk bleek dan dat deze code dan nog niet goed bekend was in de zorgverleningssector. De pilot had namelijk een koepelcode, maar daarnaast had elke deelnemende zzp’er ook nog eens een afzonderlijke code. Dit was nodig om de administratie goed in het systeem in te brengen. De UZI-pas, die zij nodig hadden, om de administratie in het centrale computersysteem in te voeren, hebben de zzp’ers pas in de vierde maand van de pilot gekregen. Pas vanaf dat moment ging de gegevens invoer een stuk gemakkelijker. Gelukkig kregen de zzp’ers goede ict ondersteuning gegeven door medewerker van het ZZP-maatwerk.
Voordeel van het werk in de zorg in natura
Ondanks alles kan Annemie wel enkele grote voordelen opnoemen, van het werken met cliënten die AWBZ zorg in natura ontvangen. ‘De cliënten hebben vaak hoog-complexe zorg nodig, waarbij diverse verpleegtechnische handelingen nodig zijn. Je kunt op deze manier goed je kennis en vaardigheden op peil houden. Ook heb je een gevarieerder cliëntenbestand.’
Afronding van de pilot
Annemie is nog steeds enthousiast over de pilot. ‘De pilot was zeer leerzaam voor alle deelnemende partijen. Veel dilemma’s zijn inmiddels opgelost en zullen de nieuwe zzp’ers bespaard blijven. Hopelijk heeft deze pilot de weg bereid voor de zzp’ers, die AWBZ-zorg in natura willen leveren aan eigen cliënten.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account