MAASTRICHT – Honderdduizenden mensen in Nederland hebben het vermoeden dat een kind in hun omgeving mishandeld wordt, maar stappen er niet mee naar het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Dat stelt Cees Hoefnagels van Universiteit Maastricht.
‘Als
de helft van deze mensen hun vermoeden kenbaar zou maken, zou waarschijnlijk het
overgrote deel van de mishandelde kinderen bij de Advies- en Meldpunten
Kindermishandeling
bekend zijn. Zelfs als de helft van de meldingen onterecht blijkt.’
Hoefnagels baseert zich op een onderzoek dat hij
samen met zijn collega Machteld Zwikker heeft verricht naar het effect van
regionale campagnes voor verbetering van de naamsbekendheid van de AMK’s in het
najaar van 2003.
Toename meldingen
Voor, tijdens en na de campagnes
vroegen zij 1800 huishoudens niet alleen naar de naamsbekendheid van de
meldpunten, maar ook naar vermoedens van kindermishandeling. Daarnaast
onderzochten zij de adviezen en meldingen bij de AMK’s. Daaruit bleek dat
tijdens de campagnes het aantal meldingen bij de AMK’s wel met 14 procent
toenam. De naamsbekendheid van de meldpunten nam echter niet toe.
Fatsoen
met kinderen in hoge nood. ‘Uit eerder onderzoek bleek dat bij 60 procent van de
meldingen bij de AMK’s de kindermishandeling al langer dan een jaar duurt.
Volgens de regels van internationaal recht en fatsoen is de Nederlandse
staat verplicht om alles te doen wat mogelijk is om kindermishandeling te
voorkomen of in ieder geval op de kortst mogelijke termijn te
beëindigen.’
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account